Start 2.1

H2.1 Fictie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2.1 Fictie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je vertellen waar je op let als je een boek uitkiest om te lezen.

Aan het einde van de les kun je hoofd- en bijpersonen onderscheiden en het verschil uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent fictie?

Slide 3 - Open vraag

Realistische fictie/ Niet- realistische fictie

Slide 4 - Woordweb

Waar let jij op als je een leuk boek wil uitkiezen om eruit te lezen?

Slide 5 - Woordweb

Wat wordt er bedoeld met de flaptekst van een boek?

Slide 6 - Open vraag

Flaptekst
= de tekst op de achterkant van een boek

Slide 7 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met het pictogram van een boek?

Slide 8 - Open vraag

Pictogram


= Tekeningetje op de rug van het boek

Slide 9 - Tekstslide

Zo kun je voorspellen waar een boek over gaat:

  • Bekijk de voorkant: lees de titel en bekijk het plaatje.
  • Lees de flaptekst. De flaptekst geeft informatie over het boek. Soms is het een stukje uit het boek.
  •  Lees stukjes van het boek. Lees bijvoorbeeld het begin en een stukje in het midden.

Slide 10 - Tekstslide

Personages verdeel je in .... en ....

Slide 11 - Open vraag

Hoofdpersonen en Bijpersonen

Slide 12 - Tekstslide

Wat kom je te weten over een hoofdpersoon tijdens het lezen van een boek?

Slide 13 - Woordweb

Hoofdpersoon
Hoofdpersonen leer je goed kennen in een boek. Daarom kun je je goed inleven in een hoofdpersoon.

Slide 14 - Tekstslide

Bijpersoon
Over de bijpersonen krijg je veel minder informatie. Van bijpersonen krijg je meestal geen gedachten en gevoelens te lezen.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Maken:
H2.1
Opdracht 1 t/m 6

Wordt huiswerk voor woensdag 8 december
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide