les 2 week 1

Farmacologie
geneesmiddelenleer
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomie, fysiologie en pathologieMBOStudiejaar 2,4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Farmacologie
geneesmiddelenleer

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Waarvoor is de wet op geneensmiddelen?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Absorptie
  • medicijn komt terecht in de bloedbaan
  • Afhankelijk van toedieningswijze
  • Afhankelijk van voedsel


Biologische beschikbaarheid 
  • werkzame stof die na toediening de bloedbaan haalt.

Slide 9 - Tekstslide

Distributie
  •  verdeling van het medicijn in het lichaam (bloedbaan)
  • Plasmaspiegel = concentratie van een medicijn in het bloed
  • De plasmaspiegel moet voldoende hoog zijn om medicijn werkzaam te laten zijn.
  • MEC = minimaal effectieve concentratie
  • MVC = maximale veilige concentratie (daarna kan vergiftiging optreden)


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Distributie
  • Toxische spiegel 
concentraties boven deze spiegel geven (gevaarlijke) bijwerkingen
Zoals shock of hartstilstand


De concentratie van het medicijn in het bloed kan verminderen door:
  1. Eiwitbindingen
  2. Medicijnen die naar vetweefsel verplaatsen
  3. Medicijnen die via het maag en darm kanaal in het bloed komen

Slide 12 - Tekstslide

Distributie
  • First-passeffect 
  1.  in lever omzetting van medicijn in niet-actieve metabolieten (inactieve bestanddelen) 
  2. veel minder werkzaam medicijn beschikbaar
  3. De snelheid waarmee de lever een medicijn afbreekt bepaalt uiteindelijk de beschikbare hoeveelheid werkzame stof in de bloedbaan.


  • Verdelingsvolume = hoe is de concentratie van het medicijn in het lichaam verdeeld.  Werkzame stof kan zich ‘verstoppen’ in vetweefsel of intracellulair.

Slide 13 - Tekstslide

Welke organen zijn betrokken bij de afbraak van medicijnen?
A
De lever en de nieren
B
De hersenen en de lever
C
De nieren en de hersenen
D
De huid en de darmen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is metabolisme
A
Beweging
B
Stofwisseling
C
Voortplanting
D
Groei

Slide 15 - Quizvraag

Metabolisme
  •  sommige medicijnen moeten eerst worden omgezet om werkzaam te zijn in het lichaam
  • chemische en fysische processen die medicijnen in het lichaam ondergaan.

Slide 16 - Tekstslide

Waar denk je aan bij eliminatie?

Slide 17 - Woordweb

Eliminatie
  • gebeurt voornamelijk in de nieren
  • ook in longen in lucht die je uitademt
  • zweet en speeksel
  • onoplosbare stoffen via ontlasting

Slide 18 - Tekstslide