K1 les 22 (meervoudsvormen)

Planning
Terugblik op de vorige les
Uitleg over meervoudsvormen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Planning
Terugblik op de vorige les
Uitleg over meervoudsvormen

Slide 1 - Tekstslide

Noem een zelfstandig naamwoord

Slide 2 - Woordweb

Noem een bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Woordweb

Meervoudsvormen
Zelfstandige naamwoorden kunnen in enkelvoud en meervoud voorkomen, bijvoorbeeld:
1 fiets, 2 fietsen
1 keuken, 2 keukens
1 huis, 2 huizen 
1 oma, 2 oma's


Slide 4 - Tekstslide

Meervoudsvormen
Meestal komt er -en achter een woord: 
paard - paarden
boek - boeken

Let op: 
Druif - druiven
Huis - huizen


Slide 5 - Tekstslide

Meervoudsvormen
Soms komt er -s achter een woord: 
Bezem - bezems
Telefoon - telefoons

Let op: bij woorden op een klinker komt er -'s achter: 
party - party's
accu - accu's



Slide 6 - Tekstslide

Wat is het meervoud van 'elf'?
A
elfen
B
elven
C
elfs
D
elvs

Slide 7 - Quizvraag

Typ het meervoud van 'bedrijf':

Slide 8 - Open vraag

Typ het meervoud van 'baby':

Slide 9 - Open vraag

Aan het werk!
Maken: opdrachten van les 22
Vragen? Doe mij een berichtje via Teams!

Let op: schriften worden gecontroleerd dus zorg ervoor dat je je werk gewoon goed maakt :) 

Slide 10 - Tekstslide