Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Formatieve toets fictie
Formatieve toets fictie
De toets bestaat uit 25 vragen.
Heel veel succes!
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Formatieve toets fictie
De toets bestaat uit 25 vragen.
Heel veel succes!
Slide 1 - Tekstslide
Begrippen
Slide 2 - Tekstslide
Zet de volgende gebeurtenissen op chronologische volgorde: 2de wereldoorlog, gouden eeuw, 1ste wereldoorlog
Slide 3 - Open vraag
Wat is de vertelde tijd in een verhaal?
Slide 4 - Open vraag
Liesje leerde lotje lopen langs de lange lindenlaan
A
Alliteratie
B
Assonantie
C
Eindrijm
D
Beginrijm
Slide 5 - Quizvraag
De man uit Waddinxveen,
woont zijn hele leven al alleen.
A
Alliteratie
B
Assonantie
C
Eindrijm
D
Beginrijm
Slide 6 - Quizvraag
De mUIs gaat naar hUIs.
(Het gaat om de 2x ui)
A
alliteratie
B
assonantie
C
Eindrijm
D
beginrijm
Slide 7 - Quizvraag
Hoe noemen we ook wel een beginrijm?
A
Assonantie
B
Alliteratie
C
Gepaard rijm
D
Enjambement
Slide 8 - Quizvraag
Hoe noemen we ook wel een klankrijm?
A
Assonantie
B
Alliteratie
C
Gekruist rijm
D
Woordspeling
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een eindrijm?
A
Aan het einde van het woord rijmen
B
Aan het einde van de zin rijmen
C
Aan het einde van de alinea's rijmen
D
Waar het rijmen stopt.
Slide 10 - Quizvraag
Een gepaard rijm heeft het rijmschema.....
A
AAAA
B
ABAB
C
ABCABC
D
AABBCC
Slide 11 - Quizvraag
Een omarmend rijm heeft het rijmschema
A
AAAA
B
ABAB
C
ABBA
D
AABB
Slide 12 - Quizvraag
Een slagrijm heeft het rijmschema....
A
AAAA
B
ABAB
C
ABBA
D
AABB
Slide 13 - Quizvraag
Waar of niet waar?
In een puntdicht zit een taalgrap
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een limerick?
A
Een gedicht bestaande uit 14 versregels en 4 strofes
B
Een grappig bedoeld gedicht met rijmschema AABBA, er moet een personage en plaats in de laatste regel van het gedicht staan.
C
Een grappig bedoeld gedicht met rijmschema AABBA, er moet een personage en plaats in het gedicht staan.
D
Een grappig bedoeld gedicht met rijmschema AABBA, er moet een personage en plaats in de eerste regel van het gedicht staan.
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een sonnet?
A
Een gedicht bestaande uit 14 versregels en 4 strofes
B
Een grappig bedoeld gedicht met rijmschema AABBA
C
Een gedicht waarbij je leest van links naar recht en van boven naar beneden.
D
Een gedicht bestaande uit 11 woorden en 5 regels.
Slide 16 - Quizvraag
Een woordspeling is...
A
Een zin op een niet natuurlijke manier opbreken.
B
Spelen met de dubbele betekenis van het woord
C
De manier hoe je een woord schrijft
D
Een onverwachte komische wending aan het einde van het gedicht
Slide 17 - Quizvraag
Ironie en overdrijving
Slide 18 - Tekstslide
Welk taalmiddel is gebruikt in deze zin?
Bastiaans achtertuin is niet veel groter dan een postzegel.
A
overdrijving
B
ironie
Slide 19 - Quizvraag
Bastiaans achtertuin is niet veel groter dan een postzegel.
Aan welk woord herken je de overdrijving/ironie? Noteer dat woord.
Slide 20 - Open vraag
Welk taalmiddel is gebruikt in deze zin?
Ook al was het zomer, ik bevroor in het zwembad.
A
overdrijving
B
ironie
Slide 21 - Quizvraag
Ook al was het zomer, ik bevroor in het zwembad.
Aan welk woord herken je de overdrijving/ironie? Noteer dat woord.
Slide 22 - Open vraag
Toepassen gedicht
Slide 23 - Tekstslide
Lees dit gedicht en
noem drie voorbeelden van:
alliteratie
Slide 24 - Open vraag
Lees het gedicht. Wat voor soort rijm heeft dit gedicht?
Slide 25 - Open vraag
Lees het gedicht. Wat is het rijmschema van dit gedicht?
Slide 26 - Open vraag
Lees het gedicht. Leg uit of dit gedicht een sonnet is.
Slide 27 - Open vraag
Toepassen verhaal
Slide 28 - Tekstslide
Lees het verhaal. Noem een flashback uit dit verhaal.
(Klem, Mel Wallis de Vries)
Slide 29 - Open vraag
Lees het verhaal. Noem een vooruitwijzing in dit verhaal.
Slide 30 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
M3 woordenschat H5 overdrijving en ironie
April 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
WS - H5 - overdrijving en ironie
Oktober 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
WS - H5 - overdrijving en ironie
Februari 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
WS - H5 - overdrijving en ironie
Maart 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Week 7 3GT2
Oktober 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Mavo 4; rijmschema's, stijlfiguren en beeldspraak
Maart 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
3GT_Poëzie_voorbereiding PTA
November 2020
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3,4
Poezië dossier 4 soorten gedichten
Maart 2024
- Les met
40 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3