Thyroxine en EPO controlevragen
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wie heeft de hoogste thyroxine concentratie in zijn/haar bloed?
A
kind van 2
B
vrouw van 30
C
vrouw van 30 die veel sport
D
man van 70
Slide 2 - Quizvraag
Hoe voel je je als je relatief weinig thyroxine aanmaakt?
A
Warm en moe
B
Koud en moe
C
Warm en energiek
D
Koud en energiek
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het doelwitorgaan van TSH?
A
Alle lichaamscellen
B
De hypofyse
C
De schildklier
D
De geslachtsorganen
Slide 4 - Quizvraag
De thyroxine concentratie komt boven de norm. Wat gebeurt er met de TSH concentratie?
A
TSH wordt minder
B
TSH wordt meer
C
TSH blijft gelijk
Slide 5 - Quizvraag
Gerrit heeft struma door voeding met te weinig jood.
Hoe is zijn TSH concentratie?
Is hij eerder te dik of te dun?
Hoe is zijn TSH concentratie?
Is hij eerder te dik of te dun?
A
Hoge TSH concentratie
te dik
B
Hoge TSH concentratie
te dun
C
Lage TSH concentratie
te dik
D
Lage TSH concentratie
te dun
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de hormoonklier van EPO?
A
Het beenmerg
B
De nier
C
De hypofyse
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het doelwitorgaan van EPO?
A
Het beenmerg
B
De nier
C
De hypofyse
Slide 8 - Quizvraag
Marieke heeft bloedarmoede doordat ze te weinig ijzer binnenkrijgt. Hoe is haar EPO concentratie?
A
Hoog
B
Laag
Slide 9 - Quizvraag
EPO wordt gebruikt als doping.
Hoe kun je zorgen voor meer EPO zodat je sportprestaties verbeteren?
Hoe kun je zorgen voor meer EPO zodat je sportprestaties verbeteren?
A
Trainen in een tank met extra zuurstof
B
Trainen in de bergen, waar de lucht minder zuurstof bevat
C
Voeding met extra ijzer
D
Voeding met minder ijzer
Slide 10 - Quizvraag
Hoe zorgt meer EPO voor een grotere sportprestatie? Geef uitleg in minimaal 3 stappen.
Slide 11 - Open vraag
Je drinkt veel te veel water. Wat gebeurt er met de ADH concentratie van je bloed?
A
Gaat omhoog
B
Gaat omlaag
