In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
formules van stoffen - uitleg
Steunles scheikunde havo4
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kent de namen en symbolen van de elementen
Je kent de namen en formules van enkele veel gebruikte ontleedbare stoffen
kan de formulegeven van een niet-ontleedbare stof.
Je kan de formule van een ontleedbare stof afleiden uit de systematische naam.
Slide 2 - Tekstslide
Eerst even voorkennis ophalen
Slide 3 - Tekstslide
Een formule kan een molecuul aangeven (micro niveau) of een stof (macro niveau).
Hoe weet je wat er wordt bedoeld?
Slide 4 - Tekstslide
micro
een watermolecuul heeft de formule
H2O
macro
de stof water heeft de formule H2O (l)
Slide 5 - Tekstslide
micro
een suikermolecuul heeft de formule C12H22O11
macro
de stof suiker heeft de formule C12H22O11 (s)
Slide 6 - Tekstslide
micro
een koolstofatoom heeft de formule
C
macro
de stof koolstof heeft de formule
C (s)
C
Slide 7 - Tekstslide
micro
een koperatoom heeft de formule Cu
macro
de stof koper heeft de formule Cu (s)
Cu
Slide 8 - Tekstslide
Aan de moleculen kan je ook zien of het gaat om een niet-ontleedbare stof, een ontleedbare stof of een mengsel.
Niet-ontleedbare stof
Ontleedbare stof
Slide 9 - Tekstslide
Denk ook aan deze indeling van stoffen.
Slide 10 - Tekstslide
Stoffen bestaan uit moleculen waarin verschillende atomen zitten
Stoffen bestaan uit allemaal dezelfde atomen
Slide 11 - Tekstslide
Meestal:
symbool met tussen haakjes de fase van de stof
voorbeelden:
Cu (s) Fe (s) C(s)
Let op: er zijn 7 niet-ontleedbare stoffen die bestaan uit moleculen met twee atomen.
Cl
Cl
F
F
N
N
H
H
O
O
I
I
Br
Br
Hoe maak je de formule van een niet-ontleedbare stof?
Slide 12 - Tekstslide
chloor Cl2 (g) Clara
fluor F2 (g) Fietst
stikstof N2 (g) Naar
waterstof H2 (g) Haar
zuurstof O2 (g) Oma
jood I2 (s) In
broom Br2 (l) Breda
Cl
Cl
F
F
N
N
H
H
O
O
I
I
Br
Br
ezelsbruggetje
Formules van de zeven niet- ontleedbare stoffen die uit twee atomen bestaan.
Slide 13 - Tekstslide
Formules van niet-ontleedbare stoffen
Samenvatting
De namen, formules en fasen uit deze tabel moet je uit je hoofd leren!
Slide 14 - Tekstslide
De formule of de naam afleiden van
een ontleedbare stof
Er zijn miljarden stoffen met moleculen die uit twee of meer atoomsoorten bestaan. Het is niet handig daar allemaal losse namen voor te hebben.
Scheikundigen geven daarom een systematische naam aan moleculen van ontleedbare stoffen. Over de hele wereld worden daar dezelfde regels voor gebruikt.
Slide 15 - Tekstslide
De formule van een ontleedbare stof afleiden uit de systematische naam
Voorbeeld:
Je ziet dat in de systematische naam Griekse telwoorden gebruikt. De eerste zes moet je kennen:
Slide 16 - Tekstslide
De formule van een ontleedbare stof afleiden uit de systematische naam.
Stappenplan:
Noteer de symbolen van de atoomsoorten in de naam
Zet de nummers van de Griekse telwoorden, die in de naam voor de atoomsoort staan, achter het symbool van deze atoomsoort. Noteer de nummers als index.
De laatste lettergreep van de naam is vaak -de.
Zet de fase achter de formule.
Slide 17 - Tekstslide
De systematische naam geven bij een formule
Stappenplan:
Noteer de namen van de symbolen met ruimte om er een telwoord voor te schrijven.
Noteer het Griekse telwoord van elke index voor de bijbehorende atoomsoort. Van de telwoorden tetra, penta en hexa mag je de laatste a weglaten.
Zet de uitgang -de achter de laatste atoomsoort.
Slide 18 - Tekstslide
Formules van ontleedbare stoffen
Samenvatting.
Leer de Griekse telwoorden uit je hoofd.
Voorbeelden van systematische namen:
Slide 19 - Tekstslide
Formules van ontleedbare stoffen
Enkele veelvoorkomende stoffen hebben een niet-systematische naam.
Zo noem je H2O meestal water en niet diwaterstofoxide.
Leer deze namen en
formules uit je hoofd:
Slide 20 - Tekstslide
Deze les geleerd
Je kan de formulegeven van een niet-ontleedbare stof.
Je kan de formule van een ontleedbare stof afleiden uit de systematische naam.
Slide 21 - Tekstslide
Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt
Slide 22 - Open vraag
Schrijf 1 of 2 dingen op die je deze les nog niet zo goed begrepen hebt