3VM H3.8 Test jezelf

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

• Lezen (10 minuten)
• Doelen
• Theorie
• Opdrachten/huiswerk
• Afsluiting

Welkom bij Nederlands!

Tekst

Mevrouw Muilenburg

Inhoud

• Presentatie Milou
  
• Woord van de week
• Huiswerk: H3.8 Spelling opdr. 3/5/7a+b/9
• Quizje
• Nieuw huiswerk: H3.8 Spelling Test jezelf
• Klaar?:  leesboek 2 lezen  + boekverslag (14 febr.) + presentatie
• Afsluiting: spelling

het alternatief

1. een andere mogelijkheid                         2. anders dan gewoonlijk

Wat moet met hoofdletter(s)?: De film terug naar de kust begint bij het einde.

1. terug
2. terug naar de kust
3. einde
4. begint

Wat moet met hoofdletter?: nee, dit is niet een still uit de disneyfilm ‘minoes op reis’, maar een echte foto.

1. Nee, Disneyfilm, Minoes Op Reis
2. Nee, Minoes
3. Nee, Disneyfilm, Minoes
4. Nee, Still, Disneyfilm, Minoes

Wat moet met hoofdletter: de gouden eeuw is een periode in de nederlandse geschiedenis die goeddeels samenvalt met de zeventiende eeuw.

1. De, Gouden, Eeuw, Nederlandse
2. De, Nederlandse
3. De, Nederlandse, Zeventiende
4. De, Gouden, Eeuw, Nederlandse, Zeventiende

Waar moet een hoofdletter?: 't regent in harderwijk de hele dag.

1. 'T, Regent, Harderwijk
2. Regent, Harderwijk
3. 'T, Harderwijk
4. 'T

Tegenwoordige tijd: Zo passen er meer konijnen in één ruimte en daar (verdienen) de fokker meer aan.

1. verdienen
2. verdiende
3. verdienden
4. verdient

Tegenwoordige tijd: (Vinden)
je dat goed gedrag zo (worden)
(belonen)?

1. Vind, word, beloond
2. Vindt, wordt, beloond
3. Vind, wordt, beloond
4. Vind, wordt, beloont

Waar moet een hoofdletter?: 456 keer reed er een volvo langs.

1. Keer
2. 4
3. Keer, Volvo
4. Volvo

Waar moet een leesteken?: Dat blijkt een tbs inrichting te zijn waar Maria zit.

1. zijn, waar
2. tbs-inrichting
3. zit!
4. Dat, blijkt

Waar moet een leesteken?: Maar later als het gesprek afgelopen is lopen ze beiden een andere kant op.

1. later, als
2. is, lopen
3. is:lopen
4. op?

Waar moet een leesteken?: Maria wordt bedreigd en gaat naar de politie toe omdat ze wil weten wie haar bedreigt.

1. bedreigt?
2. omdat, ze
3. omdat: ze
4. toe, omdat

hoofdletters

met pinksteren kamperen we vaak bij een friese boer.

meneer de jong vertelde de klas over de oktoberrevolutie.

goede vrijdag

a. van den berg

mijn zus werkt bij de rabobank.

2000 mensen hadden de petitie van greenpeace getekend.

 

meervoud

amfibie

pony

kaars

blad 

drie

spelling

1. Dat is gelukkig niet vaak gebeurt/gebeurd.

2. Hij herinnert/herinnerd zich dat niet meer.

3. Hier is erg veel verandert/veranderd.