Naamvallen herhalen a2b

Naamvallen herhalen a2b
4. April 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Naamvallen herhalen a2b
4. April 

Slide 1 - Tekstslide

De naamvallen
1e naamval = het onderwerp (wie/wat + gezegde?)
3e naamval = het meewerkend voorwerp (aan/voor wie/wat +  gezegde + onderwerp?)
4e naamval = het lijdend voorwerp (wie/wat + gezegde + onderwerp)

Slide 2 - Tekstslide

de der-groep 

Slide 3 - Tekstslide

de ein-groep

Slide 4 - Tekstslide

Hoe noemen we het zinsdeel van de eerste naamval?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp

Slide 5 - Quizvraag

Hoe vinden we het onderwerp? Welke vragen moeten we stellen?

Slide 6 - Open vraag

Hoe noemen we het zinsdeel van de derde naamval?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp

Slide 7 - Quizvraag

Hoe vinden we het meewerkend voorwerp?

Slide 8 - Open vraag

Hoe noemen we het zinsdeel van de vierde naamval?
A
lijdend voorwerp
B
onderwerp
C
meewerkend voorwerp

Slide 9 - Quizvraag

Hoe vinden we het lijdend voorwerp?

Slide 10 - Open vraag

Stappenplan! 
1. Zijn er voorzetsels in de zin? --> Meteen door naar stap 6
2. Ontleden! 
3. zoek als eerst het onderwerp;
4. zoek dan het lijdend voorwerp;
5. zoek dan het meewerkend voorwerp; 
6. Kijk of het om de der-groep of de ein-groep gaat en vul het juiste antwoord in! 

Slide 11 - Tekstslide

Ich gebe (het) __________ Mädchen (o) ein Buch.
A
das
B
dem
C
der
D
den

Slide 12 - Quizvraag

(mijn) ______ Lehrerin unterricht fünf Tage pro Woche.
A
mein
B
meine
C
meiner
D
meinem

Slide 13 - Quizvraag

Wo habt ihr (jullie) ______ Haus
gekauft ?
A
euer
B
euere
C
euerem
D
euerer

Slide 14 - Quizvraag

Die Mutter kauft (de) ____ Vater ein neues Buch.

Slide 15 - Open vraag

Frau Cobben schreibt heute (een) _____ Prüfung (v).

Slide 16 - Open vraag

Herr Vaessen hat hier (zijn) _________ Padelschläger (m) gekauft.

Slide 17 - Open vraag

(onze) _________ Englischlehrerin hat die Prüfung schon benotet.

Slide 18 - Open vraag

Nächste Woche fängt (de)_____ Prüfungswoche an...

Slide 19 - Open vraag

Frau Marell von Mathe hat (haar) ______ Taschenrechner (m) verloren.

Slide 20 - Open vraag