MH1C woensdag 18 januari

De grote herhaalquiz! Ben je er klaar voor?
A
Ja, kom maar op!
B
Neeeee, heeeelpppppp
C
Ik denk het wel...
1 / 24
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De grote herhaalquiz! Ben je er klaar voor?
A
Ja, kom maar op!
B
Neeeee, heeeelpppppp
C
Ik denk het wel...

Slide 1 - Quizvraag

Hoofdstuk 1: Hoofdletters en leestekens 

Slide 2 - Tekstslide

De winkel 'hema' schrijf je met een hoofdletter: Hema
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

De 'duitse' man, schrijf je met een hoofdletter: Duitse
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

De maanden van het jaar (februari, maart, enz.) schrijf je met een hoofdletter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Wat schrijf je allemaal
met een hoofdletter?

Slide 6 - Woordweb

Hoofdstuk 2: 
Laatste letter -d of -t 
&
de ik-vorm van een werkwoord

Slide 7 - Tekstslide

Ik twijfel of het woord 'verband hebben met' eindigt op een -t of een -d. Wat kan ik doen?

Slide 8 - Open vraag

Wat is de ik-vorm van 'verbinden'?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de ik-vorm van 'proeven'?

Slide 10 - Open vraag

Hoofdstuk 3
Meervouden op een -s

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het meervoud van 'staaf'?

Slide 12 - Open vraag

Waarom is het meervoud 'scharen' en geen 'schaaren'?

Slide 13 - Open vraag

Wat is het meervoud van 'agenda'?

Slide 14 - Open vraag

Hoofdstuk 3:
Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de ik-vorm van 'uitnodigen'?

Slide 16 - Open vraag

Joop ....... (verbazen) zich over de hoge prijzen van de tickets.
A
verbaasd
B
verbaast
C
verbaasdt

Slide 17 - Quizvraag

Hoofdstuk 4:
Het voltooid deelwoord

Slide 18 - Tekstslide

Welke twee dingen kan je doen om te weten of de laatste letter van het voltooid deelwoord een -d of een -t is?

Slide 19 - Open vraag

Mijn ouders hebben lang ......... (twijfelen) over de vakantiebestemming.
A
getwijfeld
B
getwijfelt

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord?
Er werd veel gekucht tijdens het concert.

Slide 21 - Open vraag

Na een paar uur in de vriezer waren de ijsjes weer .........
A
bevriesd
B
bevroren
C
bevriest

Slide 22 - Quizvraag

Maak van de persoonsvorm, een zin met een voltooid deelwoord:
Gisteren liepen zij de marathon.

Slide 23 - Open vraag

Einde! Hoe vond je dit gaan?
A
Top, dit gaat goedkomen.
B
Wel redelijk
C
Niet zo goed, ik moet nog wat oefenen
D
HEEEEEEELPPPPPPP

Slide 24 - Quizvraag