Les 2.3 (2) Massa en volume: volume berekenen

Les 2.3 (2) Massa en volume: volume berekenen
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 2.3 (2) Massa en volume: volume berekenen

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling massa en volume
Massa
  • In g of kg


Volume
  • In mL of L
  • In cm3 of dm3


Slide 2 - Tekstslide

Berekenen volume rechthoekige voorwerpen

  • Volume = lengte x breedte x hoogte
  • V = l ∙ b ∙ h

Slide 3 - Tekstslide

Stappenplan berekenen volume rechthoekige voorwerpen

  • 1) Meet de lengte van de verschillende zijden
  • 2) Gebruik de formule: V= l ∙ b ∙ h
  • 3) Afmetingen in cm ingevuld? --> volume in cm                              Afmetingen in m ingevuld? --> volume in m3

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld opdracht

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld opdracht

Slide 6 - Tekstslide

Nu jullie! In je schrift!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide





Gegevens + gevraagd
  • l = 4,0 cm
  • b = 1,0 cm
  • h = 1,0 cm
  • V = ?




Uitwerking
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 4,0 ∙ 1,0 ∙ 1,0
  • V = 4,0 cm3

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide





Gegevens + gevraagd
  • l = 5,0 cm
  • b = 1,0 cm
  • h = 2,0 cm
  • V = ?




Uitwerking
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 5,0 ∙ 1,0 ∙ 2,0
  • V = 10 cm3

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide





Gegevens + gevraagd
  • l = 3,0 cm
  • b = 2,0 cm
  • h = 2,0 cm
  • V = ?




Uitwerking
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 3,0 ∙ 2,0 ∙ 2,0
  • V = 12 cm3

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide





Gegevens + gevraagd
  • l = 4,0 cm
  • b = 2,0 cm
  • h = 3,0 cm
  • V = ?




Uitwerking
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 4,0 ∙ 2,0 ∙ 3,0
  • V = 24 cm3

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide





Gegevens + gevraagd
  • l = 3,0 cm
  • b = 3,0 cm
  • h = 3,0 cm
  • V = ?




Uitwerking
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 3,0 ∙ 3,0 ∙ 3,0
  • V = 27 cm3

Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel mL vloeistof zit er in deze maatcilinder?

Slide 18 - Open vraag

Hoeveel mL vloeistof zit er in deze maatcilinder?

Slide 19 - Open vraag

Hoeveel mL vloeistof zit er in deze maatcilinder?

Slide 20 - Open vraag

Bakstenen zijn er in verschillende formaten. Een waalformaat baksteen heeft als afmetingen 21 × 10 × 5 cm. Omdat de baksteen niet precies past, haalt een metselaar er een stukje van 10 × 5 × 5 cm af.

Bereken hoe groot het volume is van de baksteen die overblijft. Schrijf de hele berekening overzichtelijk op.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Gegevens
  • Hele baksteen
  • l = 21 cm
  • b = 10 cm
  • h = 5 cm

  • Stuk baksteen er af
  • l = 10 cm
  • b = 5 cm
  • h = 5 cm

  • V=? stuk baksteen dat overblijft
Uitwerkingen
  • Het volume van de hele baksteen is:
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V= 21 × 10 × 5,0 
  • V= 1050 cm3

  • Het volume van het stukje dat er afgehaald wordt is:
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 10 × 5 × 5
  • V = 250 cm3

  • Het volume van het stuk baksteen dat overblijft is 1050 – 250 = 800 cm3

12

Slide 23 - Tekstslide

Maken opdracht 4, 5, 6, 7a en 12
blz 54 t/m 56

Slide 24 - Tekstslide

Nakijken opdracht 4, 5, 6, 7a en 12
blz 54 t/m 56
7a en 12 in je schrift!

Slide 25 - Tekstslide

4

Slide 26 - Tekstslide

5

Slide 27 - Tekstslide

6
  • 500 mL
  • 750 mL
  • 125 mL

  • B & C

Slide 28 - Tekstslide

7a
  • Zie volgende slides

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide





Gegevens + gevraagd
  • l = 4,0 cm
  • b = 1,0 cm
  • h = 1,0 cm
  • V = ?




Uitwerking
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 4,0 ∙ 1,0 ∙ 1,0
  • V = 4,0 cm3

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide





Gegevens + gevraagd
  • l = 5,0 cm
  • b = 1,0 cm
  • h = 2,0 cm
  • V = ?




Uitwerking
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 5,0 ∙ 1,0 ∙ 2,0
  • V = 10 cm3

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide





Gegevens + gevraagd
  • l = 3,0 cm
  • b = 2,0 cm
  • h = 2,0 cm
  • V = ?




Uitwerking
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 3,0 ∙ 2,0 ∙ 2,0
  • V = 12 cm3

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide





Gegevens + gevraagd
  • l = 4,0 cm
  • b = 2,0 cm
  • h = 3,0 cm
  • V = ?




Uitwerking
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 4,0 ∙ 2,0 ∙ 3,0
  • V = 24 cm3

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide





Gegevens + gevraagd
  • l = 3,0 cm
  • b = 3,0 cm
  • h = 3,0 cm
  • V = ?




Uitwerking
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 3,0 ∙ 3,0 ∙ 3,0
  • V = 27 cm3

Slide 39 - Tekstslide

Gegevens
  • Hele baksteen
  • l = 21 cm
  • b = 10 cm
  • h = 5 cm

  • Stuk baksteen er af
  • l = 10 cm
  • b = 5 cm
  • h = 5 cm

  • V=? stuk baksteen dat overblijft
Uitwerkingen
  • Het volume van de hele baksteen is:
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V= 21 × 10 × 5,0 
  • V= 1050 cm3

  • Het volume van het stukje dat er afgehaald wordt is:
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 10 × 5 × 5
  • V = 250 cm3

  • Het volume van het stuk baksteen dat overblijft is 1050 – 250 = 800 cm3

12

Slide 40 - Tekstslide