V2L H3

Herhaling H3
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H3

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  1. Nieuws kijken
  2. Herhaling H3
  3. Leren of rondeel schrijven 

Slide 2 - Tekstslide

Nieuws kijken

Slide 3 - Tekstslide

Lezen

Slide 4 - Tekstslide

Testverbanden geef je aan met ...

Slide 5 - Open vraag

Concluderend
Vergelijkend
Oorzakelijk
Doel-middel
Voorwaardelijk
Toegevend
Samenvattend
Redengevend
net als
dat komt door
dus
want
tenzij
niettemin
samengevat

Slide 6 - Sleepvraag

Welk verband is dit?
Hoewel An van kamperen houdt, gaat ze dit jaar niet mee naar de camping.
A
Voorwaardelijk verband
B
Toegevend verband
C
Doel-middel verband
D
Redengevend verband

Slide 7 - Quizvraag

Woordenschat

Slide 8 - Tekstslide

'Houden van' en 'nadenken over' zijn voorbeelden van werkwoorden met een ...

Slide 9 - Open vraag

Woordcombinaties als 'ten behoeve van' en 'met uitzondering van' zijn voorbeelden van ...

Slide 10 - Open vraag

De straat achter de school is afgesloten ... verband ... graafwerkzaamheden.
..., ...

Slide 11 - Open vraag

Met welk voorzetsel kan je deze voorzetseluitdrukking vervangen?
In verband met

Slide 12 - Open vraag

Door een ernstig ongeluk i de A28 ... hoogte ... Nunspeet voorlopig dicht.
..., ...

Slide 13 - Open vraag

Met welk voorzetsel kan je deze voorzetseluitdrukking vervangen?
Ter hoogte van

Slide 14 - Open vraag

Wat betekent 'stagneren'?
A
vertragen; niet verder gaan
B
besteden; uitgeven
C
rondgaan
D
in bezit nemen

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent 'sanering'?
A
degene aan wie jij geld schuldig bent
B
vertrouwen in iemands betaalvermogen
C
zuivering; verbetering; het op orde brengen
D
verleiding

Slide 16 - Quizvraag

Zinsdelen

Slide 17 - Tekstslide

Welke bijvoeglijke bepalingen staan in deze zin?
In dit prachtig gerestaureerde gebouw uit de middeleeuwen werden jaarlijks duizenden waardevolle zilveren munten geslagen.

Slide 18 - Open vraag

Welke bijvoeglijke bepalingen staan in deze zin?
Aan wie van hen heeft je baas het best betaalde baantje gegeven?

Slide 19 - Open vraag

Welke ondergeschikte bijwoordelijke bepalingen staan in deze zin?
Over zijn verkoopcijfers was de vrolijke ijscoman zeer tevreden.

Slide 20 - Open vraag

Welke ondergeschikte bijwoordelijke bepalingen staan in deze zin?
Aan wie van hen heeft je baas het best betaalde baantje gegeven?

Slide 21 - Open vraag

In welke zin staat een bijstelling?
A
Ik vind het vak Frans erg leuk, hoewel het wel moeilijk is.
B
In de zomer gaan wij veel zwemmen, lekker eten en veel fietsen.
C
Mijn moeder gaat uit eten met onze buurvrouw, een weduwe van 40.
D
Morgen wordt onze school bezocht door Typhoon, mijn zusje gaat mee.

Slide 22 - Quizvraag

Telwoorden

Slide 23 - Tekstslide

Welk telwoord staat in deze zin?
Dimphy heeft vier kleinkinderen.
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord

Slide 24 - Quizvraag

Welk telwoord staat in deze zin?
Met z'n hoevelen zijn jullie naar de Efteling gegaan?
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbepaald rangtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald hoofdtelwoord

Slide 25 - Quizvraag

Welk telwoord staat in deze zin?
Ik kreeg er eentje voor mijn verjaardag.
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord

Slide 26 - Quizvraag

Welk onderdeel vind je het moeilijkst van H3?
Signaalwoorden en tekstverbanden
Vaste voorzetsels en voorzetsel-uitdrukkingen
Bijvoeglijke bepalingen en ondergeschikte bijwoordelijke bepaling
Telwoorden
Zinsdelen algemeen
Woordsoorten algemeen

Slide 27 - Poll

Aan de slag!
Leren of rondeel maken

Slide 28 - Tekstslide