Alinea's en verbanden

NEDERLANDS
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

NEDERLANDS

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Bespreken huiswerk
  • Theorie alinea's en verbanden 
  • Opdrachten examenbundel maken

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken
Blz. 35 Kern werkboek
Opdracht 9 







Slide 3 - Tekstslide

Alinea's

Waarom alinea's???

Slide 4 - Tekstslide

Chunking
Kortetermijngeheugen 


Informatie wordt beter verwerkt wanneer het is opgedeeld in behapbare stukjes: chuncks

Bijv. telefoonnummers

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer nieuwe alinea
Afhankelijk van:

  • lengte
  • inhoud

Slide 6 - Tekstslide

Meestal 1 deelonderwerp per alinea

Ook weleens verdeeld over meerdere alinea's OF 2 deelonderwerpen in 1 alinea. Afhankelijk van lengte. 

Ongeveer 10 zinnen per alinea.

Slide 7 - Tekstslide

Elke alinea heeft een kernzin

1e, 2e of laatste zin

Slide 8 - Tekstslide

Alinea's moeten een logische volgorde hebben en moeten een logisch verband met elkaar hebben

(verbanden in alinea's en tussen alinea's)


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Functiewoorden/signaalwoorden
Functie van alinea of zin wordt expliciet benoemd

Bijv: 
De conclusie is dat....
Denk bijvoorbeeld aan...
Het gevolg daarvan is dat...

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Let op de signaalwoorden!

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen

Neem theorie 3 uit examenbundel goed door (blz. 46) en maak oefening 3.1

Slide 14 - Tekstslide

Bedankt!

Vragen?

Slide 15 - Tekstslide