Proefwerk H1 - MH2A - Industriele Revolutie - HAVO

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2,3

Welk begrip hoort bij de volgende betekenis:

"Ingrijpende verandering in de productie, waarbij handarbeid werd vervangen door machines."

1. Kapitalisme
2. Handnijverheid
3. Industriële revolutie
4. Monarchie

Je hebt tijdens de lessen geleerd over de Industriële Revolutie. 1 van de gevolgen van deze revolutie was de 'Sociale Kwestie'. Wat is de Sociale Kwestie ?

Wat hoort niet bij de sociale kwestie?

1. Lage lonen
2. Lange werktijden
3. Slechte wegen
4. Onveilige fabrieken

Waarom werden er vakbonden opgericht door de arbeiders?

Heeft deze foto met de sociale kwestie te maken? Leg kort uit.

Het parlement is:

1. Eerste en Tweede Kamer
2. Ministers en minister president

Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:

1. landbouw
2. handel
3. industrie
4. diensten

Geef drie voorbeelden van slechte arbeidsomstandigheden.

Noem drie voorbeelden van slechte leefomstandigheden.

Heeft deze afbeelding met de sociale kwestie te maken? Leg kort uit.

Wie schreef de grondwet
van 1848?

Wie kozen na 1848 de Eerste en Tweede kamer?

Noem twee 'klassieke grondrechten' uit de grondwet van 1848

Wanneer wordt Betsy Perk bevestigd in haar idee
dat veel andere vrouwen ook ontevreden zijn over
hun afhankelijkheid?

Op wat voor manier probeerde Betsy Perk de positie van vrouwen te verbeteren?

Vrijheid

vrouwen-

rechten

Gelijkheid

geloof

Liberalisme

Socialisme

Feminisme

confessionalisme

Hoe zou jij feminisme omschrijven?

Waar staat liberalisme voor:

1. gelijkheid
2. vrijheid

Waartegen streed Betsy Perk?

Wat was 1 van de belangrijkste uitvindingen van de industriële revolutie?

1. De ploeg
2. De stoommachine
3. De dienstensector
4. De computer

Wat is 'arbeidsdeling'?

1. Elke werknemer had zijn eigen taak langs de lopende band
2. Werk wordt eerlijk verdeelt onder alle werknemers
3. Het loon van een arbeider hing af van het werk dat hij deed

In welk land begon de industriële revolutie?

1. Duitsland
2. Nederland
3. Frankrijk
4. Engeland

Welke drie dingen heb je nodig wanneer je een fabriek begint?

Wat was vóór de industriële revolutie belangrijk voor je positie in de samenleving

1. Geld
2. Grond
3. De voornaam
4. Land van herkomst

Wat is industrialisatie?

1. Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
2. De overgang van landbouw naar fabrieken.
3. Een speciale dans.
4. Mensen die in fabrieken werken.

Wat is huisnijverheid?

Wat is een vakbond?

1. Verenigingen van werknemers die opkomen voor hun leden
2. Wanneer je werkloos werd kreeg je door betaald
3. Mensen die gelijkheid willen bereiken in een land
4. Een overheid die zich niet met de mensen moest bemoeien

Vrijheid

1. Liberalen
2. Socialisten
3. Feministen
4. Confessionelen

Vooral rijke mensen stemmen hierop:

1. Liberalen
2. Socialisten
3. Feministen
4. Confessionelen

Vrouwen gelijk aan mannen

1. Liberalen
2. Socialisten
3. Feministen
4. Confessionelen

Wat is een gevolg van de industrialisatie?

1. Regering bemoeit zich zo min mogelijk met productie in fabrieken
2. Handelaren gaan steeds meer huisgemaakte producten verkopen
3. In de winter verdienen veel mensen extra geld door thuis producten te maken
4. Steeds meer mensen werken op het platteland omdat de fabriek vol is

Welke twee groepen waren grote voorstanders van economische vrijheid?

Juist of onjuist?
De werkomstandigheden in de fabrieken waren beter dan in de landbouw.

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist?
De vakbonden onderhandelden met de regering over het loon van arbeiders.

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist?
Via een politieke partij kun je gemakkelijker invloed uitoefenen in het parlement.

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist?
Met algemeen kiesrecht krijgen ook arbeiders iets te zeggen in het bestuur.

1. Juist
2. Onjuist

Uitspraak: ''Arbeiders moeten worden beschermd!''


De uitspraak past het beste bij socialisme of liberalisme?

1. Socialisme
2. Liberalisme

Uitspraak: ''Vrijheid is goed voor de economie''


De uitspraak past het beste bij socialisme of liberalisme?

1. Socialisme
2. Liberalisme

Uitspraak: ''Alle burgers moeten kunnen stemmen''


De uitspraak past het beste bij socialisme of liberalisme?

1. Socialisme
2. Liberalisme

Welke wetten hebben ervoor gezorgd dat er meer kinderen naar school gingen? Geef twee voorbeelden.

Noem twee voorbeelden van 'Sociale Wetten'.

Welke uitspraak over het bestuur van Nederland is juist?

1. Vanaf 1848 was er in Nederland geen reden meer voor Feminisme
2. Na 1848 kregen alle burgers dezelfde grondrechten
3. Na 1848 mochten mannen en vrouwen stemmen