Herhaling H1 Aarde in beweging par 1 t/m 4
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe oud is de aarde?
A
400 miljoen jaar
B
100.000 jaar
C
4.6 miljard jaar
D
3020 jaar
Slide 2 - Quizvraag
Aardkorst
Aardkern
Aardmantel
Convectiestromen
Slide 3 - Sleepvraag
Slide 4 - Video
Denk terug aan 1.1. Hoe komt het dat aardplaten bewegen? Gebruik in je antwoord de woorden aardkorst en mantel
timer
2:30
Slide 5 - Open vraag
Het bewegen van aardplaten noemen we:
A
Platentektoniek
B
Platenpolitiek
C
Convectiestromen
D
Platenleer
Slide 6 - Quizvraag
Bij welke plaatbeweging ontstaan gebergtes zoals de Alpen?
A
Van elkaar af
B
Langs elkaar
C
naar elkaar toe
D
Boven elkaar
Slide 7 - Quizvraag
Wie of wat is Pangea?
A
De grootste vulkaan in Indonesië
B
Wetenschappelijke naam voor Atlantis
C
Een supercontinent van 270 miljoen jaar geleden
D
De naam van de geoloog die 'continental' drift bedacht heeft
Slide 8 - Quizvraag
Weinig risico op aardbevingen
Weinig risico op aardbevingen
Veel risico op aardbevingen
Veel risico op aardbevingen
Veel risico op aardbevingen
Slide 9 - Sleepvraag
Wat meet de schaal van Richter?
A
De kracht van vulkaanuitbarstingen
B
De kracht van aardbevingen
C
De kracht van tsunami's
D
De kracht van orkanen
Slide 10 - Quizvraag
Hoeveel keer sterker is beving van 5 op de schaal van Richter dan een van 4 op de schaal van Richter
A
1 keer
B
10 keer
C
100 keer
D
1000 keer
Slide 11 - Quizvraag
Kraterpijp
Krater
Lava
(magma)kamer
Slide 12 - Sleepvraag
wat is een tsunami
A
een zeebeving
B
een aardbeving
C
een vloedgolf
D
een vulkaan
Slide 13 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
Plantenresten
B
Fossielen
C
Sierstenen
D
Bewijs van vroegere levensvormen
Slide 14 - Quizvraag
Zet de plaatjes in de juiste volgorde
Slide 15 - Sleepvraag
Waarom zijn er in Nederland aardbevingen?
A
Doordat wij op een aardplaat liggen.
B
Doordat wij op de grens van twee aardplaten liggen.
C
Doordat we aardgas winnen.
D
Doordat wij een niet-werkende vulkaan hebben.
Slide 16 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de bodem bij gaswinning?
A
Niks
B
Zakt in
C
Komt omhoog
D
Wordt afgegraven
