Leerafdeling interactief voorlezen

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij interactief voorlezen?

Slide 2 - Open vraag

Interactief voorlezen is?
Het voorlezen van een prentenboek wordt onderbroken door het stellen van open vragen over het verhaal of over de plaatjes. 
Spontane reacties van de kinderen kunnen een aanleiding zijn voor een gesprek. 

De 5 kenmerken van interactief voorlezen zijn: 

Slide 3 - Tekstslide

1. Spelenderwijs kennis laten maken met het boek
* stimuleer voorkennis en zorg voor een speelse introductie
* laat het kaft zien en stel vragen
* moedig kinderen aan om op de illustraties te reageren
* laat kinderen voorspellen waar het boek over zal gaan
* bied materialen aan die passen bij het boek

Slide 4 - Tekstslide

2. Betrokken zijn bij het verhaal
* stel voorafgaand aan het voorlezen een luistervraag
* gebruik materialen bij het voorlezen die ook in het boek voorkomen
* blijf dicht bij de letterlijke tekst (gebruik niet teveel eigen woorden)
* leg moeilijke begrippen uit of gebruik synoniemen
* laat waar mogelijk kinderen zoveel mogelijk zintuigen gebruiken



Slide 5 - Tekstslide

3. Leg verbanden met de echte wereld
* lees het verhaal vaker voor 
* leg verbanden tussen de verhaallijn en gebeurtenissen uit de echte wereld
* laat kinderen het verhaal naspelen
* laat kinderen nadenken over de volgorde van gebeurtenissen
* laat afbeeldingen/filmpjes/materialen zien die de link leggen tussen het verhaal en vergelijkbare situaties

Slide 6 - Tekstslide

4. Diep de verhaallijn verder uit
* stel denk- en ervaringsvragen (Heb jij ook wel eens? Hoe komt het dat? Waarom? )
* laat kinderen problemen uit het boek oplossen (Wat zou jij doen?)
* laat kinderen verbanden leggen zoals oorzaak/gevolg en middel/doel (Wat heeft.... nodig om....? )
* laat het verhaal navertellen of uitspelen

Slide 7 - Tekstslide

5. Herhaling, herhaling en nog eens herhaling
* Lees regelmatig voor!
* Door herhaling zorg je ervoor dat woorden en verhalen blijven hangen 

-> een kind heeft gemiddeld een herhaling van 6 a 7 keer nodig om het woord zelf goed te kunnen gebruiken

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

De kenmerken van interactief voorlezen zijn?

Slide 10 - Woordweb

Welk onderdeel van interactief voorlezen wil je graag meer oefenen?

Slide 11 - Open vraag

Interactief voorlezen lijkt mij hartstikke leuk om te doen in de klas
JA, kom maar op
NEE, ik houd niet van voorlezen
JA, maar het lijkt me wel heel spannend
NEE, want ik ben bang dat ik dat niet kan

Slide 12 - Poll

De opdracht voor vandaag
1. Jullie gaan in groepjes van 3 a 4 personen oefenen met interactief voorlezen
2. Je werkt in breakout-rooms
3 Zorg ervoor dat iedereen in het groepje aan de beurt komt
4. houd de 5 kenmerken van interactief voorlezen erbij (document is opgeslagen bij bestanden in teams LEAF)
5. geef elkaar na het oefenen allemaal een TIP en een TOP
6. Na afloop evalueren wij met elkaar de les (de laatste 5 minuten van de les)

Slide 13 - Tekstslide