2 vmbo-bk 2.2 Voeding en vertering: functies van voedingsstoffen

2.2 Functies van voedingsstoffen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.2 Functies van voedingsstoffen

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen 2.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
nieuwe theorie: 2.2 Functies van voedingsstoffen
zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

herhalen 2.1 Voedingsmiddelen/voedingsstoffen
Voedingsmiddelen =  alles wat je eet en drinkt (wat je in de supermarkt koopt)

Er bestaan verschillende soorten voedingsmiddelen:
- plantaardige voedingsmiddelen (groente, fruit, granen)
- dierlijke voedingsmiddelen (eieren, melk, vlees)

Slide 3 - Tekstslide

2.1 Voedingsmiddelen/voedingsstoffen
Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen.
Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig.


Welke voedingsstoffen ken je?

Slide 4 - Tekstslide

2.1 Voedingsmiddelen/voedingsstoffen
Er bestaan 6 groepen voedingsstoffen:
- eiwitten
- koolhydraten (suiker, zetmeel)
- vetten (olie)
- water
- vitaminen (zoals A, B, C en D)
- mineralen (zouten)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

2.1 Voedingsmiddelen/voedingsstoffen
Veel plantaardige voedingsmiddelen bevatten voedingsvezels.

Deze geven een vol gevoel en zorgen voor een goede werking van de darmen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

2.1 Voedingsmiddelen/voedingsstoffen
Op verpakte voedingsmiddelen staat een etiket. Hierop staat welke voedingsstoffen er in het voedingsmiddel zitten.

Water staat niet op het etiket.

Slide 10 - Tekstslide

nieuw: 2.2 functies van voedingsstoffen
Voedingsstoffen hebben in je lichaam verschillende functies:
- bouwstof
- brandstof
- reservestof
- beschermende stof

Slide 11 - Tekstslide

2.2 Functies van voedingsstoffen
bouwstof:
- om nieuwe cellen te maken, heb je bouwstoffen nodig (bv bij een wondje of als je groeit)
- nodig bij de opbouw van je lichaam
- alle 6 groepen voedingsstoffen dienen als bouwstof

Slide 12 - Tekstslide

2.2 Functies van voedingsstoffen
brandstof:
- gebruikt bij de verbranding in je cellen
- leveren energie (om te bewegen en warm te blijven)
- vooral koolhydraten en vetten (soms eiwitten)

Slide 13 - Tekstslide

2.2 Functies van voedingsstoffen
reservestof:
- worden opgeslagen in het lichaam als je er teveel van binnen krijgt
- worden op een later moment gebruikt (bij een tekort)
- koolhydraten en vetten
- vet wordt onder de huid opgeslagen

Slide 14 - Tekstslide

2.2 Functies van voedingsstoffen
beschermende stoffen:
- helpen je gezond te blijven (beschermen je tegen ziektes)
- vitaminen en mineralen

Slide 15 - Tekstslide

2.1 Voedingsstoffen/voedingsmiddelen
Spaghetti bestaat voor een groot deel uit zetmeel.
Dit zetmeel kun je aantonen met een jodiumoplossing.
Een stof waarmee je een andere stof kan aantonen, heet een indicator.



Slide 16 - Tekstslide

Water
Controleer of jouw vertakkingsschema goed is

Slide 17 - Tekstslide

Voedingstoffen

Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen. Het zijn bruikbare delen van een voedingsmiddel die belangrijk zijn voor het lichaam.

Voedingsstoffen zijn:

  • Bouwstoffen
  • Brandstoffen
  • Reservestoffen
  • Beschermende stoffen
Belangrijke bouwstof voor het lichaam.
Nodig voor de groei (kinderen / pubers).
Kunnen ook als brandstof gebruikt worden.
Worden NIET als reservestof opgeslagen
Belangrijkste functie: Levert brandstof. Is ook bouwstof en reservestof.
Bijvoorbeeld: Zetmeel en suikers (glucose = brandstof).
In bijv. aardappelen en spaghetti

Belangrijkste functie: Levert brandstof. Is ook bouwstof.
Teveel wordt opgeslagen in je lichaam, bijv. onder je huid (dikkere onderhuise vetlaag). Het kan ook worden opgeslagen rond je organen.

Mineralen zijn zouten. Belangrijk als bouwstof. Ze zijn ook een beschermende stof. Bijv.: ijzer, kalk (voor de opbouw van je botten) en zout (Teveel zout is ongezond - het zit in heel veel voedingsmiddelen).

Vitaminen: Belangrijk als bouwstof en beschermende stof.
Te weinig?==> Ziek!  Maar van teveel kun je ook ziek worden. 
Voorbeelden van vitaminen: A (zien), C, D en K (om bijv. kalk uit je voeding op te nemen. M.b.v. zonlicht kan het lichaam Vit D maken.
Water is een belangrijke bouwstof. Het lichaam bestaat voor ong. 60 % uit water. Het vervoert stoffen in je lichaam. Die stoffen worden opgelost in water. Je bloed bestaat vooral uit water. Er zit ook water in fruit en sommige groenten (bijv. komkommer, kool, spinazie)
Vertel wat je weet en controleer

Slide 18 - Tekstslide

Is meergranenbrood eigenlijk witbrood?
Is bruin brood gezonder dan wit brood?

De bakkers 'bakken het wel erg bruin'!
Dus: 
WEET WAT JE EET! - Bekijk het filmpje!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

VRAGEN??

Slide 22 - Tekstslide

zelf aan de slag
2.2 Functies van voedingsstoffen: lees de tekst en maak de opdrachten

opdracht 10, 11, 12 en test jezelf (15)

Slide 23 - Tekstslide