H1.3 les 5 Zuivere stoffen en mengels

H1 Stoffen en materialen
Les 5 
Zuivere stof en mengsels

NOVA 3V H1.3
leg klaar:
laptop
schrift
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 Stoffen en materialen
Les 5 
Zuivere stof en mengsels

NOVA 3V H1.3
leg klaar:
laptop
schrift

Slide 1 - Tekstslide

volgende les: experiment
  • Bij de proef moet je vragen beantwoorden. 
  • Je werkt in een duo. 
  •  Eind v/d les antwoordblad inleveren -> leraar kijkt na -> geeft tips

Over 2 weken nog een experiment. 
cijfer gemiddelde van EXP1 + EXP2 met weging 1x (PW is 2x of 3x)

Voorbereiding EXP1: bestudeer 1.2 en 1.3 (flitskaarten op NOVA online) + figuur 2 en 3 kunnen uitleggen met deeltjesmodel +  aantekeningen 

Slide 2 - Tekstslide

Deze les:
- wat weet je nog van de vorige les?
- uitleg zuivere stof en mengsel
- eigen werk

Slide 3 - Tekstslide

Sleep de woorden en figuren naar de juiste plek.
kookpunt
smeltpunt

Slide 4 - Sleepvraag

Met het deeltjesmodel kun je de faseovergangen verklaren.

Wat is het belangrijkste verschil tussen de moleculen in een vloeistof en in een gas?

A
In een vloeistof hebben de moleculen een vaste plaats.
B
In een vloeistof zitten de moleculen dichter op elkaar
C
In een vloeistof zijn de moleculen groter.
D
In een vloeistof zijn de moleculen kleiner.

Slide 5 - Quizvraag

Aceton heeft bij standaard druk een kookpunt van 56 graden en alcohol een kookpunt van 78 graden.

Geef een verklaring op microniveau van dit verschil.
A
De moleculen van aceton trekken elkaar sterker aan dan de moleculen van alcohol.
B
De moleculen van alcohol trekken elkaar sterker aan dan de moleculen van aceton.

Slide 6 - Quizvraag

Suiker heeft op macroniveau een hogere dichtheid dan ijs.
Wat is een verklaring op microniveau voor dit verschil? (meerdere antwoorden zijn juist)
A
Suikermoleculen zijn lichter dan watermoleculen
B
Suikermoleculen zijn zwaarder dan watermoleculen.
C
Suikermoleculen zitten verder van elkaar af dan watermoleculen.
D
Suikermoleculen zitten dichter op elkaar dan watermoleculen.

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen
Aan het eind van deze les:
- kun je op micro- en op macroniveau uitleggen wat zuivere stoffen en wat mengsels zijn.
- kun je smelt en kookdiagrammen van mengsels op microniveau verklaren.
- kun je op micro- en op macroniveau een aantal mengsels beschrijven.
- kun je op micro- en op macro niveau het verschil uitleggen tussen homogene en heterogene mengsels.


Slide 8 - Tekstslide

Een zuivere stof is één stof.

Een mengsel is meerdere zuivere stoffen door elkaar.

De meeste stoffen in het dagelijks leven zijn mengsels.


Slide 9 - Tekstslide

ZUIVERE STOF
MENGSEL
kristalsuiker
zonnebloemolie
sinaasappelsap (vers geperst)
kraanwater
spa blauw
parfum
melk
tandpasta
sportdrank
lucht
aluminium

Slide 10 - Sleepvraag

Mengsel op microniveau

Slide 11 - Tekstslide

Zuivere stof

Slide 12 - Tekstslide

Bij een mengsel loopt de temperatuur
tijdens het smelten langzaam op.

Leg op microniveau uit hoe dit komt.

Slide 13 - Open vraag

Zuivere stof
Mengsel

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Soorten mengsels     NOTEER
Een oplossing is een helder mengsel van een vaste stof of een vloeistof die opgelost is in een vloeistof.


Een suspensie is een troebel mengsel van een vaste stof die slecht oplost in een vloeistof.
= oplosmiddel

Slide 16 - Tekstslide

Soorten mengsels     NOTEER
Een emulsie is een troebel mengsel van vloeistoffen waarbij kleine druppeltjes van de ene vloeistof verdeeld zijn in de andere vloeistof. 


Slide 17 - Tekstslide

Soorten mengsels
Een mengsel bestaat uit twee of meer stoffen.
Een helder mengsel is homogeen: de stoffen zijn volledig gemengd
Een troebel mengsel is heterogeen: de stoffen zijn niet volledig gemengd.
betekenis fase-aanduidingen:
(s) = solid > vaste stof
(l) = liquid > vloeistof
(g) = gas > gas
Aantekening
rook
(s) + (g)
nevel
(l) + (g)

Slide 18 - Tekstslide

Een oplossing is altijd
A
Kleurloos
B
Troebel
C
Helder
D
Wit

Slide 19 - Quizvraag

Een suspensie is een
A
Mengsel van twee vloeistoffen
B
Mengsel van twee vaste stoffen
C
Mengsel van een vloeistof en een vaste stof
D
Een zuivere stof

Slide 20 - Quizvraag

In welke reageerbuis zit een emulsie?
A
Reageerbuis 1
B
Reageerbuis 2
C
Reageerbuis 3

Slide 21 - Quizvraag

Homogeen mengsel
Heterogeen mengsel
Emulsie
Oplossing
Rook
Legering
Suspensie
Vaste stoffen mengsel
Nevel
Gas mengsel

Slide 22 - Sleepvraag

Leerdoelen
Aan het eind van deze les:
- kun je op micro- en op macroniveau uitleggen wat zuivere stoffen en wat mengsels zijn.
- kun je smelt en kookdiagrammen van mengsels op microniveau verklaren.
- kun je op micro- en op macroniveau een aantal mengsels beschrijven.
- kun je op micro- en op macro niveau het verschil uitleggen tussen homogene en heterogene mengsels.


Slide 23 - Tekstslide

eigen werk
Doorlezen: blz 22 tm 27 (onderstreep, maak aantekeningen)
Leren: de verklaring van figuur 3 met het deeltjesmodel
Maken: 1.3 opgave  1, 3, 6 en 7 op NOVA max online

Slide 24 - Tekstslide