Herhaling paragraaf 7 & 8 (2havo)

Herhaling paragraaf 7 & 8
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling paragraaf 7 & 8

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Welke 4 manieren van verwering ken je:

Slide 3 - Open vraag

verwering = het afbrokkelen van gesteente onder invloed van het weer en plantengroei.

Slide 4 - Tekstslide

Temperatuurverschillen
- Bij warmte zet het gesteente uit
- Bij kou krimpt het
-> ontstaan van scheuren

Slide 5 - Tekstslide

Vorstverwering
In de scheur komt water, dit bevriest en zet uit

Slide 6 - Tekstslide

Plantenwortels
De wortels in de scheuren groeien en het gesteente wordt uitgezet en scheurt

Slide 7 - Tekstslide

Oplossing van stenen
De samenstelling van het gesteente verandert (VB: kalk lost op in water)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Zijn de schotse hooglanden een jong of oud gebergte?
A
oud
B
Jong

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Wat is erosie?

Slide 13 - Woordweb

Watererosie
Erosie door water

Slide 14 - Tekstslide

Winderosie
Erosie door wind

Slide 15 - Tekstslide

Erosie door ijs
Erosie door ijs

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wat is sedimentatie?

Slide 18 - Woordweb

rivierafzettingen

Slide 19 - Tekstslide

Sedimentatie door gletjers in ijstijd

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 7:
- Je begrijpt hoe verwering voor het afslijten van gebergten zorgt.
- Je begrijpt hoe transport van verweringsmateriaal voor erosie zorgt.
- Je weet hoe sedimentatie van verweringsmateriaal plaatsvindt.

Slide 21 - Tekstslide

Vragen?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Is het blauwe gedeelte op de kaart laag- of hoog-Nederland?
A
Laag
B
Hoog

Slide 24 - Quizvraag

Ligt laag-Nederland boven of onder het NAP?
A
Boven
B
Onder

Slide 25 - Quizvraag

1

Slide 26 - Tekstslide

Welk woord mist op nummer 1?
A
Duin
B
Heuvel
C
Veenpolder
D
Stuwwal

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video

Hoe is het Duinlandschap ontstaan?

Slide 29 - Open vraag

Duinlandschap
  • Noord zee was droog, het werd warmer, ijskappen smolten, zeeniveau steeg -> Waddenzee
  • Zand werd afgezet en waaide op tot duinen -> strandwallen

Slide 30 - Tekstslide

Zeekleilandschap
  • Door de binnengedrongen zee, dikke lagen zeeklei
  • Erg vruchtbaar

Slide 31 - Tekstslide

Rivierenlandschap
  • Erg natte bodem -> rivierklei
  • Vruchtbaar
  • Geschikt voor veeteelt op grasland
  • Hogere gedeeltes fruitteelt 

Slide 32 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen het rivierenlandschap en het zeekleilandschap?

Slide 33 - Open vraag

Wat weet je van het lösslandschap?

Slide 34 - Woordweb

Lösslandschap
  • Zuid-Limburg
  • kleine lössdeeltjes met de wind mee naar Zuid-Limburg
  • Vruchtbare grond

Slide 35 - Tekstslide

cultuurlandschappen
Landschappen die door de mens zijn gemaakt.
VB: de Maasheggen

Slide 36 - Tekstslide

Wat weet je van het zandlandschap?

Slide 37 - Woordweb

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

  • Zand werd uit de droogstaande Noord Zee meegenomen door geheel Nederland
  • Onvruchtbare bodem -> kunstmest

Slide 40 - Tekstslide

Wat weet je van het veenlandschap?

Slide 41 - Woordweb

Veenlandschap
  • Boeren die hier gingen wonen groeven sloten om het veen te ontwateren, veen zakte in = inklinking
  • Bodem daalde -> onder NAP 

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Wat is turf?
A
kunstmest
B
een sedimentatie afzetting
C
gedroogd veen
D
De grondsoort van het zandlandschap

Slide 44 - Quizvraag

  • Eind middeleeuwen vraag naar brandstof
  • Turf was hier geschikt voor
  • Bij afgraven van ontstonden diepe meren
  • Later werden deze drooggelegd voor gebruik als weiland -> droogmakerijen

Slide 45 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 8
  • Je kent verschillen tussen hoog- en laag-Nederland.
  •  Je begrijpt de invloed van ijstijden op het landschap.
  • Je weet welke invloed zee en rivieren op laag-Nederland hadden.
  • Je weet de relatie tussen grondsoort en grondgebruik.

Slide 46 - Tekstslide

Vragen?

Slide 47 - Tekstslide