In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
4.2 - Stroomkringen
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
-De leerling maakt kennis met geleiders en isolatoren en kennen hier een paar voorbeelden van
-De leerling heeft geoefend met een gesloten stroomkring
Slide 2 - Tekstslide
Hoe zat het ook alweer?????
QUIZ!!!!!!!
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de lading van een elektron?
A
positief
B
negatief
C
neutraal
Slide 4 - Quizvraag
Eline doet een proef met statische elektriciteit. Bij een van de proeven stoot en geladen voorwerp A een tweede voorwerp B af. Je kunt hieruit afleiden dat voorwerp B
A
Positief geladen is
B
Negatief geladen is
C
dezelfde lading heeft als voorwerp A
D
een tegengestelde lading heeft als voorwerp A
Slide 5 - Quizvraag
Juist of onjuist? Je kunt voorwerpen een positieve lading geven door deze langs elkaar te wrijven, hierbij moeten er protonen naar het voorwerp ''overspringen''
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Waarmee kan je water uit de kraan laten bewegen zonder het water aan te raken?
A
Een sterke magneet
B
Een lucifer
C
Een hele krachtige zaklamp
D
Een ballon
Slide 7 - Quizvraag
Lading A trekt lading B aan een stoot lading C af. Je weet nu:
I. Lading A is positief geladen II. Lading B en C hebben niet dezelfde lading
A
Beide stellingen zijn waar
B
Stelling I is waar, stelling II is niet waar
C
Stelling I is niet waar, stelling II is waar
D
Beide stellingen zijn niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Lading
Statische elektriciteit ontstaat doordat elektronen van de ene stof naar de andere stof springen. De ene stof wordt negatief en de andere stof positief. Een stof wil altijd neutraal blijven. Daardoor wil de ene stof zijn elektronen weer kwijt raken aan de andere stof.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Hoe bewegen elektronen?
Geleider: stoffen waar elektronen makkelijk doorheen stromen. Zoals: koper, ijzer, aluminium Isolator: stoffen waar elektronen moeilijk doorheen stromen. Zoals: hout, lucht en plastic
Slide 11 - Tekstslide
Stroomkring
PHET APPLET SERIE SCHAKELING MET VERSCHILLENDE ISOLATOREN EN GELEIDERS
Slide 12 - Tekstslide
Wat zijn we dus nodig voor een stroomkring?
-Batterij (veel elektronen aan de min-pool, weinig elektronen aan plus-pool)
-Stroomdraad (moet geleidend materiaal zijn) -Schakelaar om open en dicht te doen -Lampje of andere ''verbruiker''
Slide 13 - Tekstslide
Een geleider is...
A
een stof die elektriciteit
niet doorlaat
B
een stof die elektriciteit doorlaat
C
een stof die elektriciteit niet opwekt
D
een stof die elektriciteit opwekt
Slide 14 - Quizvraag
Wat is geen geleider?
A
Koper
B
IJzer
C
Aluminium
D
Kunstof
Slide 15 - Quizvraag
geleider of isolator: plastic
A
geleider
B
isolator
Slide 16 - Quizvraag
Wat voor soort stroomkring zie je hier?
A
Open stroomkring
B
Gesloten stroomkring
Slide 17 - Quizvraag
Bij een open stroomkring
A
stromen de elektronen rond
B
stromen de elektronen niet rond
Slide 18 - Quizvraag
Als er geen schakelaar in een stroomkring met een lamp zit, kun je de lamp ook uit doen door de lamp uit te draaien. Waarom gaat die lamp dan uit?
A
De stroomkring is verbroken
B
De elektronen gaan de andere kant op
Slide 19 - Quizvraag
Ga nu zelf aan de slag!
Wat? Ga nu zelf aan de slag met het practicum Hoe? Doe dit in twee tallen Hoe lang? Tot het einde van de les Klaar? Ga aan de slag met opgave: 16, 17, 18 en 20