Zanddeeg les 2

Zanddeeg Bereiden
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Zanddeeg Bereiden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les doelen
  1. Weten wat de bereidingen zijn van de verschillende zanddeegsoorten
  2. Kritische punten herkennen en benoemen bij de bereidingen van zanddeegsoorten
  3. De student kan het verschil tussen koekjes, klein- en groot stukwerk benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de hoofdgrondstoffen van zanddeeg?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Basisreceptuur
Zoek de veschillen

Slide 4 - Tekstslide

Vorige week besproken. 
Bloem is altijd 100% 
Roerdeeg hoog in vet en suiker. 

Hoeveel koekjes gaan er in 100 gram?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is klein stukswerk?

Slide 6 - Open vraag

klein stukswerk is meer dan 20 gram
groot stukswerk meer dan 100 gram
Wat betekent conditioneren?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Conditioneren
  • Vetstof 
  •  Suiker
  • Bloem

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wrijfdeeg
Luchtigheid door......
Het moet slap genoeg zijn om op te spuiten
Stevig genoeg om vorm te behouden en niet teveel uitdrijven

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de boter zacht genoeg is?

Wat zorgt er voor uitdrijvend vermogen tijdens bakken?

Slide 9 - Tekstslide

bevat meer vocht en boter maar minder suiker dan zetdeeg


Bereiding in stappen
wat zijn de kritische punten?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken met de machine
Bij een wrijfdeeg gebruik je de vlinder om de massa luchtig te kloppen.
Zorg er van te voren voor dat de boter voldoende zalvig is gemaakt.
Een Wrijfdeeg dient altijd direct verwerkt te worden.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerken van Wrijfdeeg
Let op dat de modellen altijd even groot worden opgespoten om kleurverschil na het bakken te vermijden. 

Rozetsprits
Utrechtse sprits
Carré-sprits
Spritskrakeling

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet- kruimeldeeg
Kruimeldeeg is altijd een stevig deeg, dit om het te kunnen uitrollen, vormen en snijden.
Om bovenstaande te kunnen uitvoeren moet het deeg altijd na bereiden terug gekoeld worden.
Vaak worden er in de bakkerij grotere porties deeg gemaakt en afgedekt bewaard in de koelkast. 
Let op: rijsmiddelen kunnen de werking verliezen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereiding in stappen
Zijn er kritische punten?

Slide 14 - Tekstslide

temperatuur boter 
geen lucht - deeghaak

Werken met de machine
Let op de temperatuur van de boter, deze mag niet te koud of te warm zijn.
Gebruik het liefst een deeghaak om lucht-inbrengen te voorkomen, bij kleine porties is een vlinder handig.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerken van kruimeldeeg
Na het stevig worden van het deeg in de koelkast kan het verwerkt worden:
  • vormen tot een pilvorm
of
  • uitrollen met de machine waarna:
uitsteken
snijden
fonceren
printen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek fonceermethode 1 op SVH op. Hoe werkt deze methode?

Slide 17 - Open vraag

plakken op maat steken evt koelen. 

tweede methode is de dekenmethode
Aandachtspunten uitrollen
Let op het gebruik van strooibloem.
maak gebruik van stappen in het begin van 10 mm
vanaf 10 mm in iets kleinere stappen.
Let op: te kleine stapjes zorgt voor het scheuren van deeg

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Roerdeeg
Heel zacht deeg met bijna vloeibare samenhang waardoor spuitbaar.
Uiteindelijk na het bakken een heel dun koekje door het vele uitvloeien in de oven.
Uitvloeien komt door de zachte boter maar ook door de verhouding grondstoffen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereiding in stappen
Wat zijn de kritische punten?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken met de machine
Bij een een roerdeeg gebruik je de vlinder om de massa zalvig en tot een egale massa te roeren.
Zorg er van te voren voor dat de boter voldoende zalvig is gemaakt.
Let op: roer de massa in stand 1 om luchtinslag te voorkomen.
Net als bij een Wrijfdeeg dient een Roerdeeg direct verwerkt te worden.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerken van roerdeeg
Roerdeeg vloeit flink uit tijdens het bakken, belangrijk dus om genoeg tussenruimte te houden bij het opspuiten.

Bekijk na de les de filmpjes in SVH!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Canvas
Boterdeeg les 2
Magazines:
  • Wrijfdeeg
  • Roerdeeg
  • Zetdeeg
  • Praktijkopdracht

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren
  • Werkwijze wrijfdeeg
  • Werkwijze roerdeeg
  • Werkwijze zetdeeg 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies