Zanddegen

Hygiene & Zanddegen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BakkerijMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Hygiene & Zanddegen

Slide 1 - Tekstslide

hygiene

Slide 2 - Woordweb

Wat moeten we doen als we klaar zijn met de product? (tip=sop)

Slide 3 - Open vraag

Waarom moeten we in de bakkerij hygiënisch werken? Noem minimaal 2 antwoorden

Slide 4 - Open vraag

Soorten besmettingen
  • contact besmetting (handen)
  • nabesmetting (niezen)
  • herbesmetting (kip)
  • kruisbesmetting (messen)

Slide 5 - Tekstslide

Zanddegen

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Video

Wat moet je met de boter doen tijdens het maken van een wrijfdeeg?

Slide 8 - Open vraag

Welk soort deeg hoort niet bij een zanddeeg?
A
Kruimeldeeg
B
Roerdeeg
C
Roldeeg
D
wrijfdeeg

Slide 9 - Quizvraag

Wat bedoelen we met hoofdgrondstoffen?

Slide 10 - Open vraag

Hoofdgrondstoffen
Bloem 

Boter

Suiker 

Slide 11 - Tekstslide

Wat bedoelen we met hulpgrondstoffen?

Slide 12 - Open vraag

Hulpgrondstoffen
Smaakstoffen
Bijvoorbeeld: citroenrasp, vanille, zout
Kleurstoffen
Bijvoorbeeld: cacao, kaneel, mocca, gemengde specerijen
Vocht
Ei, karnemelk, water
4. Chemische rijsmiddelen (Werkende stoffen)
Koolzuur, ammonium, samengesteld bakpoeder

Slide 13 - Tekstslide

Wat bedoelen we ook alweer met conditioneren van grondstoffen?

Slide 14 - Open vraag

- Smaak
- Verwerkbaarheid
- Zalvig of stevig
- Smaak
- Samenhang
- Verschillende teksturen 
- Samenhang
- Volume

Slide 15 - Sleepvraag

Op hoeveel graden bakken we de koekjes ?
A
120
B
150
C
170
D
200

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Beoordelen van zanddegen
  • Gelijke grootte; Producten moeten onderling hetzelfde gewicht hebben
  • Kleur 
  • Vorm en model
  • Afwerking
  • Brosheid
  • Inwendige kleur
  • Smaak
  • Geur

Slide 18 - Tekstslide

Praktijk
Koggetjes op gewicht (roerdeeg)

Boterkoek (kruimeldeeg)

Krentenbollen (gistdeeg)

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag
De student kan zelfstandig een roerdeeg bereiden en verwerken

De student weet wat conditioneren betekent

De student weet waarop koekjes beoordeeld worden

Slide 20 - Tekstslide