3.3 De markt op!

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

3.3 De markt op! (deel1)

2 Soorten markten:

• Concrete markt
  

• -> Deze kun je bezoeken (weekmarkt, winkel)

• Abstracte markt
  

• -> Het geheel van alle vraag en aanbod naar een bepaald product (telefoonmarkt)

Vraag 25

blz 82

3.3 De markt op! (deel1)

• Het festivalseizoen gaat beginnen, hierdoor is de vraag naar bekers groter. Wat gebeurt er met de prijs?
• Is het interessant voor een andere verkoper om ook bekers te gaan verkopen
• Er is een nieuwe aanbieder van bekers op de markt gekomen. Wat gebeurt er met de prijs?

3.3 De markt op! (deel1)

• Evenwichtsprijs
• -> De prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn

• Evenwichtshoeveelheid
  
• -> Het aantal producten dat gevraagd en aangeboden wordt bij de evenwichtsprijs

Vraag 28

blz 83

3.3 De markt op! (deel1)

• Wanneer kun je het beste het systeem van vraag, aanbod en reactie in de prijs laten werken?
• Als je producten en prijzen goed met elkaar kunt vergelijken (-> transparante markt)

Vraag 29

blz 83

3.3 De markt op! (deel 2)

Vraag

Prijs (€)         Vraag (x1000)

25                   1

22,50             2

20                  3

Aanbod

Prijs (€)         Aanbod (x1000)

25                   3

22,50             2

20                   1

3.3 De markt op! (deel 2)

3.3 De markt op! (deel 2)

• De overheid wil niet altijd dat prijzen worden bepaald door vraag en aanbod. Waarom?
  
• Ze kunnen hier iets aan doen door:
  

1. maximumprijs / minimumprijs
   
2. subsidies / toeslagen
   
3. heffingen

De zuivelmarkt is

1. een abstracte markt
2. een concrete markt

Als het aanbod hoger wordt en de vraag blijft gelijk, dan

1. Blijft de prijs ook gelijk
2. Stijgt de prijs
3. Daalt de prijs

De prijs van appels is gestegen, hierdoor
(meerdere antwoorden mogelijk)

1. worden er meer peren verkocht
2. bakken we extra appeltaart
3. worden er meer appels verkocht
4. worden er minder appels verkocht

Aan het werk!

Maken 25, 26, 28 t/m 33, 35

en samenvatting

Extra oefenen?

oefenopgaven 25 t/m 27

Dit is een grafiek van ...

1. de vraag
2. het aanbod

Hoe hoger de prijs, hoe
(meerdere antwoorden mogelijk)

1. lager de vraag
2. hoger de vraag
3. lager het aanbod
4. groter het aanbod

Waarom is het goed dat de overheid toeslagen uitkeert aan mensen met een laag inkomen?