theorie basisboek 2

 Sturen en  positief  beïnvloeden van de groep
Na de onderzoeks- en analysefase bepaal je hoe en waarmee je de groep positief gaat beïnvloeden. Je maakt een methodisch plan van aanpak, waardoor je weet wat je te doen staat en welke middelen je daarbij gaat inzetten. 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

 Sturen en  positief  beïnvloeden van de groep
Na de onderzoeks- en analysefase bepaal je hoe en waarmee je de groep positief gaat beïnvloeden. Je maakt een methodisch plan van aanpak, waardoor je weet wat je te doen staat en welke middelen je daarbij gaat inzetten. 

Slide 1 - Tekstslide

Hoofd-hart-handenformule
Houd bij het sturen en beïnvloeden van de groep rekening met de drie niveaus waarop dit plaats kan vinden: 
het hoofd, het hart en de handen. 
Als sociaal werker bepaal je op welke niveaus je gaat sturen en wat je daarbij inzet.

Slide 2 - Tekstslide

Sturen op ‘hoofd’-niveau
Hierbij richt je je op het verwerven van inzicht en het overdragen van informatie. Met kennis en inzichten kunnen de groep en haar leden betere keuzes maken. Geef de groep informatie of voorlichting: wat moet de groep weten, waarvan moeten de leden kennis hebben om verder te komen? Hierbij kun je denken aan een budgettraining voor jongeren, een informatiemarkt voor mantelzorgers, een workshop Thais koken of een bijeenkomst over tuinieren.

Slide 3 - Tekstslide

Sturen op ‘hart’-niveau
Dit is gericht op de ervaringen en gevoelens van de groepsleden. Met als doel: emoties verwerken en het bespreekbaar maken van gevoelige onderwerpen. Laat de deelnemers gevoelens en ervaringen met elkaar delen. Als begeleider heb je kennis nodig over communicatie, de vaardigheid om een gesprek te leiden en empathie (het vermogen om je in te leven in gevoelens van de ander).

Slide 4 - Tekstslide

Sturen op het niveau van de ‘handen’
Hier ben je gericht op vaardigheden. Je gaat aan de slag met het aanleren en oefenen van nieuw gedrag. Je wilt bijvoorbeeld iemand leren assertiever te zijn of sociaal vaardiger. Als sociaal werker kun je leersituaties creëren via werkvormen. Denk aan rollenspelen, simulatiespelen, gestructureerde oefeningen en huiswerkopdrachten.

Slide 5 - Tekstslide

Inzetten van het groepsgesprek
Met een goed geleid groepsgesprek kun je veel invloed uitoefenen op de cultuur van een groep. De kracht van een groepsgesprek:

Het maakt belangrijke thema’s die er leven binnen de groep bespreekbaar.
Het schept openheid en kan ongewenst gedrag ontkrachten.
In het gesprek spreek je positief over gewenst gedrag. Mensen doen het graag goed. Als ze hiervoor gewaardeerd worden, zullen ze eerder geneigd zijn dit gedrag te herhalen.
Door het gesprek met elkaar aan te gaan, maak je alle groepsleden medeverantwoordelijk voor de oplossing.
Als de groepsleden na het gesprek nog ongewenst gedrag laten zien, kun je ze als begeleider herinneren aan de dingen die in het gesprek zijn besproken en afgesproken.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Individueel beïnvloeden van de groepsleden
Door groepsleden een andere rol te geven, kan de hele dynamiek van zo’n groep veranderen. 
Heeft een leider negatieve invloed en geef je die een andere rol in de groep (bijvoorbeeld met minder invloed), dan zal zijn positie veranderen. Daarbij moet je deze leider leren delegeren, zodat hij leert focussen op zijn eigen verantwoordelijkheden.

Slide 8 - Tekstslide

Sturen met creatieve middelen
Met spelletjes, rollenspellen en andere vormen van expressie kun je de groep op een positieve manier sturen. Ook binnen bedrijven gebruiken ze deze manieren van teambuilding om de sociale cohesie te vergroten. Iedereen kent vast wel het ‘samen een vlot bouwen’. Uiteraard is het wel belangrijk dat de activiteit goed aansluit bij de groep. Zo geef je de groepsleden op een speelse manier inzicht in hun eigen gedrag en de onderlinge verhoudingen. Het gezamenlijke doel werkt positief op de sfeer, de leden moeten oog voor elkaar hebben en zullen van elkaar respect en waardering krijgen. Ze leren van en met elkaar.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide