wk 02

Maandag 6 januari - G3b
Tweede uur:
Herhalen Leesvaardigheid Blok 1 t/m 4
Aan de slag!

Vijfde uur:
Lezen in je leesboek
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Maandag 6 januari - G3b
Tweede uur:
Herhalen Leesvaardigheid Blok 1 t/m 4
Aan de slag!

Vijfde uur:
Lezen in je leesboek

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Noteer zoveel mogelijk
signaalwoorden en de
bijbehorende verbanden

Slide 3 - Woordweb


(1) Treinreizen in Duitsland wordt flink goedkoper: reizigers die meer dan 50 kilometer afleggen met de Intercity Express-treinen van Deutsche Bahn, kunnen rekenen op een tariefdaling van 10 procent.

(2) De tarieven voor treinreizen in Duitsland zijn voor het eerst in zeventien jaar gedaald. Het bedrijf verlaagt ook de prijzen van extra services, zoals het vervoeren van fietsen.

(3) De goedkopere tickets zijn het gevolg van een belastingverlaging op het reizen per trein: van 19 naar 7 procent. Die verlaging is onderdeel van het Duitse pakket aan klimaatbeschermingsmaatregelen. Deutsche Bahn verwacht dat de prijsdaling vijf miljoen extra passagiers per jaar oplevert.

(4) Deutsche Bahn is de belangrijkste aanbieder van spoorwegdiensten in Duitsland, en is een particuliere onderneming met als enige aandeelhouder de staat.

(5) Niet alle forensen in Duitsland zijn goedkoper uit in het nieuwe jaar: de tarieven voor korteafstandsreizen en openbaar vervoer in Berlijn, Hamburg, Bremen, Brandenburg en het Rijnland zullen met ingang van 2020 stijgen, meldde persbureau DPA deze week.

Slide 4 - Tekstslide

Welk signaalwoorden vind je in alinea 2?
Welk verbanden hoort hier bij?
Noteer de delen van het verband.

Slide 5 - Open vraag

Hoe zijn alinea 3 en 4 met elkaar verbonden?
A
Verwijswoord
B
Herhaling woord(groep)
C
Signaalwoord
D
Aankondigende zin

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de functie van alinea 3?
A
argument
B
bewijs
C
gevolg
D
conclusie

Slide 7 - Quizvraag

Soort argument?

De nieuwste iPhone kan je het beste bij Tele2 kopen, daar is hij volgens IphoneDeals het goedkoopst.
A
ervaringsargument
B
feitelijk argument
C
gezagsargument
D
emotioneel argument

Slide 8 - Quizvraag

Soort argument?

Ajax wordt volgens mij dit jaar geen kampioen. Ik kan me niet voorstellen dat dat met dit elftal mogelijk is.
A
vergelijkingsargument
B
nut/(on)gewenst gevolg
C
veronderstelling/ vermoeden
D
moreel argument

Slide 9 - Quizvraag

Soort argument?

Bij McDonald's eet ik geen kipnuggets meer: ik ben al twee keer ziek geworden nadat ik dat had gegeten.
A
vergelijkingsargument
B
moreel argument
C
gezagsargument
D
feitelijk argument

Slide 10 - Quizvraag

Soort argument?

Bij McDonald's eet ik geen vlees of vis: ik ben tegen het eten van dieren.
A
vergelijkingsargument
B
moreel argument
C
gezagsargument
D
feitelijk argument

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Verbindingsmanieren van alinea’s
1. Een signaalwoord of een signaalwoordgroep
Verder zijn hoge kosten van cartridges en printers ook een groot probleem. Soms kosten twee van zulke inktpatronen evenveel als de hele printer. (=opsomming)
2. Een herhaling van een woord of woordgroep
Voetballen en andere sportartikelen worden in derdewereldlanden vaak door kinderen gemaakt. De arbeidsomstandigheden zijn nogal eens slecht.                        
           De voetbalbond FIFA vindt dat kinderarbeid niet kan en dat sportartikelen onder goede omstandigheden geproduceerd moeten worden.
3. Een overgangszin met een verwijzend woord
In de laatste ijstijd was de Noordzee nog land. Je kon helemaal van Nederland naar Engeland lopen. Op die vlakte leefden allerlei dieren die nu zijn uitgestorven, zoals de wolharige mammoet, het reuzehert en de sabeltandtijger.         
    De botten hiervan komen nog steeds regelmatig naar boven in de netten van vissers. Hun sleepnetten schuren immers over de Noordzeebodem waar de overblijfselen van de prehistorische dieren liggen.
4. Een aankondigende zin
Laten we eens stuk voor stuk gaan bekijken wat de argumenten van de clubleiding nu echt waard zijn. Ten eerste het gebrek aan geld om nieuwe spelers te kunnen kopen. Als je naar de begroting kijkt, is er voldoende geld.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!

Lees tekst 4 (blz. 178-179)


De vragen komen op de volgende slides

Slide 18 - Tekstslide

Op welke manier zijn alinea 4 en 5 met elkaar verbonden?
A
Verwijswoord
B
Herhaling woord(groep)
C
Signaalwoord
D
Aankondigende zin

Slide 19 - Quizvraag

Op welke manier zijn alinea 5 en 6 met elkaar verbonden?
A
Verwijswoord
B
Herhaling woord(groep)
C
Signaalwoord
D
Aankondigende zin

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de functie van alinea 3?
A
advies
B
weerlegging
C
afweging
D
constatering

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de functie van alinea 4 t/m 6?
A
bewering
B
opsomming
C
bewijs
D
ontkenning

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de functie van alinea 7?
A
conclusie
B
gevolgen
C
ontkenning
D
oorzaak

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de functie van alinea 8?
A
nuancering
B
advies
C
theorie
D
probleemstelling

Slide 24 - Quizvraag

De RSJ gebruikt een aantal argumenten om het advies te onderbouwen.

a. Schrijf uit alinea 2 een argument op.
b. Schrijf uit alinea 3 een argument op.
c. Schrijf uit alinea 4 een argument op.

Slide 25 - Open vraag

Bij welke soort argumenten kun je deze argumenten het best indelen? Leg je antwoord uit.

Slide 26 - Open vraag

Wat is het tekstdoel van tekst 4?
A
informeren
B
amuseren
C
uitleg geven
D
activeren

Slide 27 - Quizvraag