1a. Welke schoonmaakmaterialen gebruik je regelmatig zelf, bijvoorbeeld thuis of op je stage?
1b. Bedenk samen met een klasgenoot welke schoonmaakklussen er in een ruimte te doen zijn. En welke schoonmaakmaterialen je daarvoor nodig hebt. Je gaat een badkamer schoonmaken. Bespreek welke klussen en materialen jullie hebben opgeschreven. Geef elkaar feedback en verbeter eventueel je lijst.
1c. Aan jou wordt gevraagd om een basispakket aan schoonmaakmiddelen en schoonmaakmaterialen samen te stellen voor jongeren die op zichzelf gaan wonen. Wat doe jij in het basispakket? Zet er ook bij wat de artikelen kosten.