Hoofdletters, punten en vraagtekens
Schrijf een
hoofdletter:
- Aan het begin van een zin: Het was schitterend weer dit weekend.
- Bij namen: Mariëtte, het Alfa-college, Gelderland, het Kerkplein, Maastricht, Plopsaland.
Zo gebruik je punten en vraagtekens.
- Een punt gebruik je bij gewone zinnen: De winter begint op 21 december.
- Na een vraag zet je een vraagteken: Doe jij de deur even open?