Leestekens

Welkom klas 2 havo
Telefoons in de telefoontas.
Boek Nederlands, schrift en Chromebook op tafel
Ga naar de website: lessonup.app en log in met de code die op het bord komt te staan.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 2 havo
Telefoons in de telefoontas.
Boek Nederlands, schrift en Chromebook op tafel
Ga naar de website: lessonup.app en log in met de code die op het bord komt te staan.

Slide 1 - Tekstslide

Regels
In de flexles:
  • Doe je actief mee met de les.
  • Ben je niet met andere dingen bezig. Betrapt? Gele kaart!
  • Telefoons in de telefoontas.
  • Chromebook, leesboek, schrift en boek Nederlands heb je altijd bij je.
  • Bij vragen, vinger omhoog.

Slide 2 - Tekstslide

Planning Flexlessen
Week 1: leestekens: komma, punt, dubbele punt, puntkomma
Week 2: Eigen leerdoel
Week 3: Eigen leerdoel
Week 4: Leesles

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Leerdoel: Je kunt de komma, dubbele punt, punkomma en de punt correct gebruiken in een zin.
Hoe ga je dat bereiken?
1. Wat wil je leren in de flexles
2. Uitleg: komma, puntkomma, dubbele punt en punt.
3. Oefenen
4. Huiswerk Nederlands maken.
5. Controleren leerdoel

Slide 4 - Tekstslide

Reden flexles en eigen doelen opstellen
  • Je bent hier in deze flexles om iets te leren wat betreft Nederlands.
  • Noteer 2 leerdoelen waaraan je wilt gaan werken wat betreft Nederlands. 2 flexlessen kun je hieraan werken. Denk aan: leesvaardigheid, schrijfvaardigheid, spelling, grammatica, formuleren.
  • Heb je geen leerdoelen? Dan krijg je van mij lessen werkwoordspelling
timer
2:00

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik noem zo je naam en dan noem je de twee leerdoelen waaraan je wilt werken. 

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een punt?

Slide 7 - Open vraag

Wanneer schrijf je een komma?

Slide 8 - Open vraag

Wanneer schrijf je een dubbele punt?

Slide 9 - Open vraag

Wanneer schrijf je een puntkomma?

Slide 10 - Open vraag

Uitleg leestekens: punt, komma, dubbele punt, puntkomma
Punt: Een zin is een mededeling, na een zelfstandige, mededelende zin zet je een punt.
Komma: Tussen twee persoonsvormen als het voegwoord vooraan staat, voor een voegwoord, voor een deel van een zin die niet zelfstandig kan staan.
Dubbele punt:  Als twee zinnen met elkaar samenhangen en dan een verklaring vormen. Je kunt het vervangen door , + want.
Puntkomma: Als twee zelfstandige zinnen met elkaar te maken hebben. Je kunt ook een punt gebruiken

Slide 11 - Tekstslide

Typ de volgende zin over en zet hoofdletters en leestekens: zou je dit verslag aanstaande vrijdag 24 februari willen inleveren bij anja de graaf

Slide 12 - Open vraag

Typ de volgende zin over en zet hoofdletters en leestekens: morgenochtend heeft alex zijn rijexamen hij moet dus vroeg opstaan

Slide 13 - Open vraag

Typ de volgende zin over en zet hoofdletters en leestekens: de franse winkel verkoopt de volgende delicatessen olijfolie stokbrood paté en droge worsten

Slide 14 - Open vraag

Aan het werk
Totdat de bel gaat werk je aan je huiswerk voor Nederlands. 
Ben je klaar? Lezen!

Slide 15 - Tekstslide