In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vervolg zuiveringsmethoden
Demo destilleren & chromatografie
Wat gaan we doen vandaag?
Slide 1 - Tekstslide
Ik heb een mix van zout en peper gekocht. Hoe ga ik die 2 stoffen van elkaar scheiden post zodat ik een hoopje peper en een hoopje zout heb?
Slide 2 - Open vraag
Na deze les kun je de volgende methoden beschrijven en in de juiste context gebruiken:
adsorberen
destilleren
chromatografie
Wat weet je na deze les
Slide 3 - Tekstslide
Welke mengsels kun je zuiveren met adsorberen?
A
Een mengsel van zout en water
B
Een gasmengsel van zuurstof en stikstof
C
Een mengsel van inkt en water
D
Rook
Slide 4 - Quizvraag
Elke scheidingsmethode bestaat uit een aantal stappen. Welke stap moet ik na een adsorptie nog nemen om de gezuiverde vloeistof in handen te krijgen?
Slide 5 - Open vraag
Destilleren is een scheidingsmethode op basis van verschillen in kookpunt tussen de moleculen van een vloeistofmengsel.
Als een dergelijk mengsel wordt verhit, dan verdampt de stof met het laagste kookpunt eerst. De damp wordt opgevangen en afgekoeld, waardoor condensatie optreedt.
De opgevangen vloeistof heet het destillaat. De stof die na het destilleren achterblijft noemt men het residu.
Destilleren
Slide 6 - Tekstslide
Destilleren: de fase driehoek
Slide 7 - Tekstslide
Destilleren:
Slide 8 - Tekstslide
Destilleren heeft veel overeenkomsten met indampen, maar er is ook een belangrijk verschil. Wat is het verschil tussen destilleren en indampen?
A
Bij destilleren vang je de vloeistof die verdampt is weer op.
B
Bij indampen vang je de vloeistof die verdampt is weer op.
C
Destilleren gebeurt bij een hogere temperatuur.
D
Bij indampen kookt de vloeistof bij een lagere temperatuur.
Slide 9 - Quizvraag
Chromatografie is een scheidingsmethode
op basis van verschillen in oplosbaarheid
in de loopvloeistof (mobiele fase) en
de aanhechting aan de vaste fase (o.a. papier)
Chromatografie
Slide 10 - Tekstslide
Chromatografie
Vaste fase: chromatografie papier
Mobiele fase: de loopvloeistof. Deze loopt langs de vaste fase
Slide 11 - Tekstslide
Chromatografie
Een voordeel van chromatografie is dat je maar heel weinig stof nodig hebt.
Met chromatografie kun je een mengsel scheiden, een stof aantonen en zelfs de hoeveelheid van die stof bepalen.
Slide 12 - Tekstslide
Bij (papier)chromatografie hebben stippen hoog op het chromatografiepapier meer affiniteit met de ..(1).. fase, terwijl stippen laag op het papier meer affiniteit hebben met de ..(2).. fase
A
(1) mobiele
(2) stationaire
B
(1) stationaire
(2) mobiele
C
(1) mobiele
(2) mobiele
D
(1) stationaire
(2) stationaire
Slide 13 - Quizvraag
Chromatografie
Rf waarde: retentiefactor
is een stofeigenschap
Hoe hoger de Rf-waarde, hoe beter de stof was opgelost in de loopvloeistof (mobiele fase).
Hoe lager de Rf-waarde hoe beter de stof hecht aan het papier (stationaire fase).
De Rf-waarde kun je berekenen met:
BA
Slide 14 - Tekstslide
Rf waarde: hoe dan?
Groen
Rood
Blauw
Slide 15 - Tekstslide
Het chromatogram van een practicum ziet er zo uit:
Wat is de Rf waarde van de blauwe vlek?
Rf waarde: even oefenen
Slide 16 - Tekstslide
Wat is de Rf-waarde voor de blauwe stip?
A
1,13
B
0,58
C
0,78
D
0,92
Slide 17 - Quizvraag
Welke scheidingstechniek moet je toepassen voor het scheiden van een homogeen mengsel van twee vloeistoffen?
A
chromatografie
B
destillatie
C
extractie
D
indampen
Slide 18 - Quizvraag
Op basis van welke stofeigenschap berusten de volgende scheidingsmethoden? Sleep de methode naar de juiste stofeigenschap.
Dichtheid
Deeltjesgrootte
Oplosbaarheid
Kookpunt
Oplosbaarheid + aanhechtingsvermogen
Bezinken
Centrifugeren
Filtreren
Extraheren
Indampen
Destilleren
Chromatografie
Slide 19 - Sleepvraag
Samenvattend
Adsorberen, adsorptie, is het hechten van een stof aan het oppervlak van het adsorptiemiddel.
Destilleren is het scheiden van een vloeistofmengsel door koken en laten condenseren van de vloeistof met het laagste kookpunt. De opgevangen vloeistof heet destillaat.
Chromatografie berust op het verschil in aanhechtingsvermogen en oplosbaarheid. Het vloeistoffront geeft aan hoe hoog de loopvloeistof in het chromatogram is gestegen. Je vergelijkt het chromatogram van een monster met de referentie.