H1 Het persoonlijk referentiekader MWWE

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Psychologie & SociologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Bekijk de eerste pagina van het hoofdstuk...
  • Voor wie is dit herkenbaar?
  • Welke gelijkaardige ervaringen heb je zelf al meegemaakt met ouders/grootouders?
  • Wie heeft al ondervonden dat ouders/grootouders jou niet begrijpen?
  • Hoe zou dat komen?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Gekleurde bril p.7
Oef.1 p.7
Hoe zou jij reageren in deze situaties? 
Motiveer telkens je antwoord.
  • Vul individueel in + bespreek na in groepjes van 4.
  • Verschillende meningen gevonden?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Referentiekader in de praktijk p.8
Definitie 'Referentiekader' = geheel van persoonlijke waarden, normen, opvattingen, overtuigingen, kennis en ervaringen dat we tijdens ons leven opbouwen
  • manier waarop je kijkt naar je omgeving en naar de anderen
  • spelen een rol bij de waarneming en beoordeling van onze omgeving

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn jullie gevaccineerd tegen het coronavirus?
Ja, meermaals
Ja, 1 keer
Neen

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

2. Referentiekader in de praktijk p.8
  • Oef.2 p.8
  1. Iedereen gevaccineerd --> Kunnen jullie bedenken waarom iemand dat niet zou doen?
  2. Niet iedereen is gevaccineerd of slechts 1 keer --> Waarom?
  • Oef.3 p.8-9
Lees het artikel op p.9 en los vraag 3 op p.8 op.

Slide 6 - Tekstslide

Zoek een voorbeeld van verschil in referentiekader in jouw persoonlijke leefwereld:
Bv. kindje weent in de supermarkt - ongehoorzaam of drukke dag na school?
2. Referentiekader in de praktijk p.8-9

Slide 7 - Tekstslide

Zoek een voorbeeld van verschil in referentiekader in jouw persoonlijke leefwereld:
Bv. kindje weent in de supermarkt - ongehoorzaam of drukke dag na school?
2. Referentiekader in de praktijk
Oefening (niet in cursus):
Zoek een verschillende opvatting tussen 2 personen over iets in je eigen leefwereld, waarin ons persoonlijke referentiekader duidelijk ons gedrag sturen.

Bv. klein kindje huilt hard in een supermarkt - ongehoorzaamheid / overprikkeld na schooldag

Slide 8 - Tekstslide

Zoek een voorbeeld van verschil in referentiekader in jouw persoonlijke leefwereld:
Bv. kindje weent in de supermarkt - ongehoorzaam of drukke dag na school?
2. Referentiekader in de praktijk p.9-10
Oef.4 p.9-10
Programma: Reizen Waes
Aflevering: roadtrip Verenigde Staten - Amish gemeenschap
Opdracht op p.10 reeds bekijken en tijdens fragment invullen

Slide 9 - Tekstslide

Zoek een voorbeeld van verschil in referentiekader in jouw persoonlijke leefwereld:
Bv. kindje weent in de supermarkt - ongehoorzaam of drukke dag na school?

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren
Extra vraag (niet in cursus): Wie/wat heeft invloed op jouw persoonlijke referentiekader?

  • Individuele factoren
  • Maatschappelijke factoren
  • Tijdsgeest

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren p.10
3.1 Individuele factoren ~ referentiekader
Onze kijk op de wereld en ons gedrag is afhankelijk van persoonlijke factoren, bv.:
  • Emoties, motivatie, persoonlijkheid, zelfbeeld, geheugen, ziekte/beperking...

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren p.11
Oef.5 p.11
Lees het artikel over Cristiano Ronaldo.
Welke individuele factor bepaalt het referentiekader van Cristiano Ronaldo?
  • Motivatie => Cristiano wil anderen helpen 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren p.11
Extra vragen bij oef. 5 :
  • Wat vind jij van de beweegredenen van Ronaldo?
  • Wat kunnen nog meer redenen zijn dat mensen bloed gaan geven?
  • Doe jij soms iets belangeloos voor iemand anders? Of kun jij nog andere activiteiten opsommen?
  • Is dit altijd onder invloed van motivatie?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren p.11
Extra vraag:
Wat is je allereerste herinnering? Probeer daar de details eens van te vertellen... 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren p.11
Uitwerking individuele factor: Geheugen
opslag vroegere ervaringen => invloed op handelen (~ trauma)

maar kritiek: herinneringen...
 ... worden na verloop van tijd minder scherp
... voortdurend herwerkt ifv meest nuttige op dat moment
... geheugen is manipuleerbaar
 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren p.12
Uitwerking individuele factor: Geheugen
opslag vroegere ervaringen => invloed op handelen (~ trauma)

maar kritiek: herinneringen...
 ... worden na verloop van tijd minder scherp
... voortdurend herwerkt ifv meest nuttige op dat moment
... geheugen is manipuleerbaar
 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren p.12
Oef. 6 p.12
Hoe beïnvloeden de volgende factoren het referentiekader van:

Tessa => zelfbeeld?
Joran => emotie?
 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren p.12
3.2 Maatschappelijke factoren
3.2.1 Opvoeding en onderwijs
Vanaf geboorte... Nodig om te functioneren in maatschappij.
  • Oef 7 p.12: socialisatie
  • Oef. 8 p.12: primaire ~ secundaire ~ tertiaire
  • Oef. 9 p.12

 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren p.13
3.2.2 Het bio-ecologische model
Verschillende systemen hebben
invloed op een individu. Hoe 
dichter bij het systeem, hoe 
meer invloed.
Oef. 10 p.13: Plaats de termen
op de juiste plaats.
Oef. 11 p.13 + Oef. 12 p.14

 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren p.14
3.2.3 Media
Extra vraag: Schrijf individueel op hoeveel percentage van onze bevolking in België jij denkt dat moslim is?


Zoek daarna op in de grafiek op p.14 wat het werkelijke procentuele aandeel van de moslimgemeenschap in ons land is.
 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren p.14
Media: 
  • zeer grote invloed
  • vaak eenzijdige berichtgeving 
  • beïnvloedt ons persoonlijke referentiekader


Oef.13 p.14: bekijk de grafiek en los daarna de vragen op op p.15  

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren p.15
  • Hoeveel %? 7 %
  • Hoeveel % inschatting? 24 %
  • Welke conclusie? Bijna overal denken we dat er 4 tot 5 keer meer moslims aanwezig zijn dan in werkelijkheid
  • Welk land hoogst? Frankrijk
  • Welk land overschatting het meest? V.S. 
  • Waarom wordt aantal moslims overschat? Regelmatige berichtgeving in de media waarin moslims een rol spelen.
 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren p.15
Oef.14 p.15 vaccinatietwijfel ~> meerkeuze vaccinatie klas: bijna iedereen meermaals, soms ook 1x of niet
Franstalig België veel twijfel, waarom? => invloed media   

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren p.15
Invloed media
traditionele media + sociale media => complotdenken
Extra vragen:
  • Kan je voorbeelden geven van complotdenken?
  • Leeft dat bij jullie in de omgeving? Kennen jullie mensen die in bepaalde complottheorieën geloven?
  • Wat is jullie standpunt hierover?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren p.15
Oef.15 p.16: Lees eerst de vragen in stilte en bekijk daarna het fragment van Pano en beantwoord de vragen.
  • Kim gebruikt internet en sociale media / Frank vnl televisie.
  • Kim gaat op haar gevoel af.
  • als iedereen willekeurig filmpjes post + verhalen errond vertelt => juistheid van informatie kan niet gegarandeerd worden

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren p.15
Oef.15 p.16: 
  • Fake news? Als 1 bericht meerdere keren wordt geplaatst in bv een FB-groep, kan dit wijzen op aangestuurd gedrag
  • Nathalie Van Raemdonck: FB-tijdlijn verschijnen onderwerpen die veel aandacht krijgen, controversiële topics, nieuwe items. Kan verzonnen zijn.
=> waakzaam blijven!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren p.16
Oef.16 p.16-17: Lees de tekst en beantwoord de 2 vragen op p.17 
  • Door lastercampagne bestaat kans dat info voor waar wordt aangenomen. Deze kennis wordt dan deel van hun referentiekader dat ze gebruiken om wereld te interpreteren.
  • Politicus Dries Van Langenhove dacht dat een vals bericht waar was en sprak zijn verontwaardiging over de inhoud uit.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beïnvloedende factoren p.18
3.3 Tijdsgeest
Normen, overtuigingen (delen van ons referentiekader) nu vanzelfsprekend, maar niet altijd zo geweest...
Oef.17 p.18-20: Vb'en in groepjes uitwerken + nadien per 3 overlopen.
Oef.18 p.20
Oef.19 p.20

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Impact op interacties p.21
Hoe reageer jij naar oudere mensen toe? Welke waarden zijn belangrijk op school? Wat doe je als je ruzie hebt met je beste vriend(in)? ...
  • Ons referentiekader bepaalt: hoe we de omgeving beoordelen, maar ook ons gedrag en interacties.
  • Oef.20 p.21: Kan je nog voorbeelden uit je eigen leefwereld geven die aantonen dat ons referentiekader ons gedrag bepaalt?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Impact op interacties p.21
Bv. ultraorthodoxe jood Aron Berger: geen hand willen geven aan vrouwen

Shalom Allemaal (zie volgende slide)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Link

Deze slide heeft geen instructies

4. Impact op interacties p.21-23
Oef. 21 p.21-23
Individueel maken + in klas overlopen.

Oef. 22 p.23
Per 2 of 3 opzoeken + klassikaal enkele vb'en aanhalen.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies