In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
6.8 voedselproductie
Je kunt de landbouw in Nederland beschrijven
Slide 1 - Tekstslide
Landbouw!
Slide 2 - Tekstslide
Bij landbouw horen alle activiteiten waarbij het natuurlijk milieu wordt aangepast voor de productie van planten en dieren
voor menselijk gebruik:
Slide 3 - Tekstslide
Vroeger: veel gemengde bedrijven
Slide 4 - Tekstslide
Nu: grote akkerbouwbedrijven
Slide 5 - Tekstslide
Monocultuur
Monocultuur: stuk land waar één soort gewas op wordt verbouwd.
Wat kan hier een nadeel van zijn?
Slide 6 - Tekstslide
Voordelen
Nadelen
gebruik van grote machines (snel en makkelijk)
veel voedsel voor insecten - kans op insectenplagen
goedkope verbouwing
makkelijke verspreiding ziekteverwekkers
grote opbrengst
gebruik chemische bestrijdingsmiddelen
bodem raakt snel uitgeput - gebruik van mest noodzakelijk
De voordelen en nadelen van een monocultuur
Slide 7 - Tekstslide
grote veeteeltbedrijven
Slide 8 - Tekstslide
Intensieve veehouderij
Bedrijven met veel dieren en weinig grond, effectieve productie dus een lage prijs. Veevoer moet vaak worden ingekocht omdat ze het niet zelf kunnen verbouwen.
Veel bedrijven hebben een mestoverschot, moet worden afgevoerd en verwerkt.
Slide 9 - Tekstslide
Veevoer komt voor 70% uit andere landen
Slide 10 - Tekstslide
veel dieren geven veel melk, vlees of eieren
dieren hebben vaak geen prettig leven
mestoverschot
milieuvervuiling
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Open grondtuinbouw
Slide 13 - Tekstslide
Glastuinbouw
Slide 14 - Tekstslide
*gunstige omstandigheden
voor groei
* veel voedsel produceren
* hele jaar door
*lampen en kachels gebruiken
veel energie
*CO2 bij verbranding in de lucht
Slide 15 - Tekstslide
Visserij: overbevissing
Er wordt in een bepaald gebied te veel vis gevangen
Sommige vissoorten dreigen hierdoor uit te sterven.
Slide 16 - Tekstslide
Bijvangst
onbedoeld vangen van meerdere vissoorten
worden overboord gegooid maar overleven dit meestal niet
Slide 17 - Tekstslide
Visteelt
Het kweken van vis in speciale bakken of kooien.
Voordeel = goedkoper en kan overbevissing voorkomen
In NL visteelt in: meerval, tilapia, tarbot en forel
Slide 18 - Tekstslide
Biologische landbouw
VOORDELEN
+ Geen monoculturen
+ Vruchtwisseling (zie afb. 66 -->)
+ Geen kunstmest
+ geen kunstmatige gifstoffen tegen insecten en ziekten
+ Geen preventieve diergeneesmiddelen
+ Onkruid verwijderd met hand of machines
NADELEN
- Opbrengst zijn vaak lager = meer grond nodig
- Productiekosten zijn hoger = biologisch voedsel duurder