12 april

12 april
Formuleren en woordenschat
Begin formuleren H4.1 en woordenschat H1.1
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

12 april
Formuleren en woordenschat
Begin formuleren H4.1 en woordenschat H1.1

Slide 1 - Tekstslide

Op de planning vandaag
Lesdoelen
Deze periode
Formuleren
Woordenschat
Zelf aan de slag
Einde van de les

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Na vandaag kan je...
Uitleggen wat je moet doen deze periode.
Zinnen duidelijk formuleren en uitleggen wanneer je dit doet.
De betekenis van woorden afleiden uit de tekst waarin dit woord wordt gebruikt.

Slide 3 - Tekstslide

Deze periode...
2 toetsen
Week 6 les 2: toets woordenschat H1. --> 24 mei
Toetsweek: Taalverzorging H4.
Presenteren artikel P3.

Slide 4 - Tekstslide

Wat ga jij nu doen?
Luisteren naar de uitleg.
Aan de slag met de opdrachten van formuleren.
Aan de slag met de opdrachten van woordenschat.

Slide 5 - Poll

Wat staat hier nou eigenlijk?

‘Alles overwegende, de voors en tegens tegen elkaar afstrepend, als ik alles nog eens op een rijtje zet, kan ik niets anders concluderen dan dat ik op een ander spoor zat dan jij en dat ik toe zal moeten geven dat dit niet in de juiste richting was.’



Slide 6 - Tekstslide

Wat is vakjargon? Kan je een voorbeeld geven?

Slide 7 - Open vraag

Herschrijf deze zin duidelijker:
De begeleiding werd door mij erg geapprecieerd.

Slide 8 - Open vraag

Woordenschat
  • lees de hele zin waarin het woord staat
  • controleer of er in de tekst een synoniem, omschrijving, tegenstelling of voorbeeld staat
  • let op afbeeldingen

Slide 9 - Tekstslide

Lokaal eten is lekkerder
Steeds meer mensen prefereren lokaal geproduceerd voedsel. Uit navraag bij tientallen van deze ‘locavores’ blijkt dat zij verschillende motieven hebben voor hun voorkeur voor lokale producten: het is verser, er wordt minder verpakkingsmateriaal gebruikt, vergeten rassen zijn verkrijgbaar en de boer krijgt meer geld voor zijn waar. Voor Chris Boender is het vooral belangrijk dat ze meer weet over de herkomst van het voedsel dat ze inkoopt: ‘Als het van dichtbij komt, weet ik precies waar en hoe iemand de voedingsmiddelen heeft verbouwd. Dat is voor mij de onweerstaanbare charme van lokaal eten.’

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent "lokaal"?

Slide 11 - Open vraag

Wat betekent "prefereren"?

Slide 12 - Open vraag

Wat betekent "herkomst"?

Slide 13 - Open vraag

Aan de slag!
Ga aan de slag met de opdrachten van Formuleren 4.1 en Woordenschat 1.1.

Klaar? Ga zelf op zoek naar een tekst met moeilijke woorden. Onderstreep er een aantal, en laat je buurman/vrouw de betekenis raden.

Slide 14 - Tekstslide

Was alles duidelijk vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll