Presenteren in de klas

Presenteren in de klas
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

Presenteren in de klas

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

  • Beperk het aantal dia's
  • Kies een geschikte lettergrootte
  • Gebruik eenvoudige tekst op de dia
          > opsommingstekens 
          > korte zinnen of woordgroepen
          > voor elk item slechts één regel te gebruiken.
  •  visuele elementen om boodschap kracht bij te zetten
          > Afbeeldingen, tabellen, grafieken
          >  aanvulling op de tekst op de dia's.
          > verwijs in je uitleg naar de afbeelding
     Opgelet: niet te veel visuele elementen!






Tips

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

00:36
Wat mag je zeker niet doen bij het opstellen van je dia's?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

00:51
Wat is de tweede tip die hij geeft?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:19
Wat is de derde fout die mensen maken bij het opstellen van een presentatie?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

02:25
Welke fouten bespreekt hij vervolgens?
A
Te veel kleuren
B
onduidelijke schema's
C
Te veel dia's
D
te veel gepraat

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je leert dat luisteren naar elkaar belangrijk is in een debat
Je leert dat opstaan in het openbaar niet heel spannend is
Je leert hoe je goed kunt presenteren
Je leert wat een stelling en wat een argument is

Bekijk het volgende filmpje, welke tips zou jij de spreker geven?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

  • Begin met een aandachtstrekker (bijvoorbeeld een schokkend feitje)
  • Denk aan je lichaamstaal. 
  • Vertel een verhaal. 
  • Maak het visueel. 
  • Maak oogcontact. 
  • Activeer je publiek. 
  • Praat langzaam
  • Bedenk een goed einde, bedenk een goede 'uitsmijter'
Tips presenteren

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede uitsmijter
Deze slotzinnen zijn echt een No Go:

“Nou, dit was dan mijn speech…..”
“Ehm, dit was het dan….”
“Zo, ik ben klaar…”
“Hmmm, ik heb eigenlijk niks meer te zeggen.”
“Pfwieuh…. Dit is gelukkig voorbij!”

Eindig bijvoorbeeld met:
“Dames en heren…. Stem voor dit plan!”
“Dames en heren… Stem tégen dit plan!”
“Jongens en meisjes… Neem géén vaccinatie tegen het coronavirus!”
“Beste leden van de tennisclub! Doneer vanavond allemaal nog 100 euro zodat we op ons tennispark nieuwe beplanting kunnen aanleggen!”
“Mensen! Laten we met z’n allen de strijd aangaan met obesitas. Uw eerste stap? Na 8 uur ’s avonds eet u niets meer!”
“Beste collega’s! Ik roep jullie op om eens wat aardiger tegen elkaar te zijn!”










Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Alcoholreclame moet verboden worden.
Ja = staan
Nee = zitten

Geef argumenten

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alle doping in de sport moet legaal worden.
Ja = staan
Nee = zitten

Geef argumenten

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ja = staan     nee = zitten
Alle wc’s op scholen moeten genderneutraal worden.

Geef argumenten

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ja = staan nee = zitten
De overheid moet de prijs van fastfood verhogen.

Geef argumenten

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ja = staan nee = zitten
De politie moet voor 50% uit vrouwen bestaan.

Geef argumenten

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ja = staan nee = zitten
Docenten kunnen discussies over gevoelige onderwerpen zoals geloof beter vermijden in de les.
Geef argumenten

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1-1-2-3 'en
  • Leerling A zegt 1, leerling B zegt 2, leerling A weer 3 en weer opnieuw
  • Daarna wisselen
  •  Tips voor elkaar? Hoe ging het?
  • Leerling A één, leerling B klapt, leerling A drie
  • Tips? Hoe ging het?
  • Leerling A één, leerling B klapt, leerling A knipt in vingers

Doel = leren luisteren en goed reageren omdat je goed luistert

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken 
Opdrachten op blz 5 en 6
Daarna klassikaal nakijken

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling
Taakstraffen werken niet
Kijk naar het filmpje. Bepaal wie de beste debater is. Waarom?
Opdracht: schrijf minimaal drie argumenten voor- of tegen de stelling op (schrijf op in boekje bij opdracht 4)

Aan het eind van de les nodig ik een paar mensen uit voor de klas om deze argumenten te presenteren

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Stelling
Jongeren hebben recht op spijbeldagen
Opdracht: schrijf minimaal drie argumenten voor- of tegen de stelling op (schrijf op in boekje bij opdracht 4)

Kijk naar wie er het best kan debatteren
Waarom kan die persoon het best debatteren?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Goed gebekt
Hoe presenteer je?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
je wordt je bewust van de invloed van stem, lichaamshouding,
gezichtsuitdrukking, gebaren en spreektaal tijdens een presentatie. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  1. Wat vind jij lastig tijdens het spreken voor publiek?



  2. Lichaamshouding is belangrijk voor spreken voor publiek. Hoe sta jij  voor de klas ? Wat gaat goed en wat is mogelijk een aandachtspunt?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taalgebruik
  • Pas je taal aan aan je publiek: woordkeus en zinslengte.
  • Gebruik signaalwoorden om verbanden te leggen.
  • Leg moeilijke begrippen uit. Gebruik sprekende voorbeelden.
  • Vermijd stopwoordjes en probeer ‘uhhh…’ te voorkomen.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stemgebruik
  • Tempo: spreek niet te snel.
  • Intonatie: varieer in toon en leg accenten. Een beetje overdrijven kan geen kwaad.
  • Volume: spreek duidelijk en hard genoeg. Varieer in volume.
  • Articulatie: Spreek de woorden goed uit. Oefen de uitspraak van moeilijke woorden.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Houding
  • Sta rechtop en wiebel niet. Leun niet tegen de muur.
  • Zorg dat je gezichtsuitdrukking past bij je verhaal.
  • Maak gebaren met je handen om je verhaal kracht bij te zetten. Blijf wel jezelf, overdrijf niet.
  • Wees enthousiast. Straal uit dat je verhaal bijzonder en boeiend is. Geloof in jezelf.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contact
  • Kijk je publiek aan en kijk rond.
  • Maak contact met je publiek en houd rekening met/ anticipeer op reacties. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pieter Derks



(deel) Gesproken column

Kijk- en luistervragen
Let op zijn stemgebruik: volume, tempo, intonatie en mimiek

-Noteer wat opvalt en bedenk een punt van feedback met behulp van onze criterialijst spreken

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3. Spreken voor publiek
  • Publiek kijkt en luistert-> wat en hoe je iets zegt
  • nonverbale communicatie

  • Overtuigend overkomen-> geloofwaardig en krachtig
  • Let op taalgebruik, stem, houding en contact met je publiek

Slide 36 - Tekstslide

Bij een presentatie luistert het publiek niet alleen, maar kijkt ook. De boodschap die
je tijdens een presentatie overbrengt, wordt niet alleen bepaald door wat je zegt,
maar ook hoe je iets zegt. Tevens spelen je lichaamshouding, mimiek, gebaren en
bewegingen een rol.
Als je overtuigend wil overkomen, moet je geloofwaardig en krachtig presenteren. Je
publiek moet ervaren dat je je eigen verhaal gelooft en erachter staat. Je let hierbij
op: taalgebruik, stem, houding en contact met je publiek. Een spreker kan rekening
houden met de volgende tips. (zie onderstaande lijst)
Plenaire vraag: welke van de volgende tips zou je kunnen formuleren als criterium en
willen toevoegen aan onze ‘criterialijst spreken’? De docent bespreekt de
onderstaande tips met de klas en vraagt naar hooguit twee toevoegingen per
dikgedrukt thema. Laat de leerlingen de vernieuwde ‘criterialijst spreken’ overnemen
of zet de lijst op een voor leerlingen te bereiken digitale plek

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Afmaken
Opdracht blz 5 en 6 uit boek
Presenteer je argumenten aan elkaar (groepje van vier) op overtuigende manier
Daarna nodig ik wat mensen uit om voor de klas te presenteren

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies