Nederlands H4en H3 samenvatting Lezen feiten, mening en argumenten

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Signaalwoorden tegenstelling
A
verder, ten slotte, en
B
kortom, dus
C
maar, tegenover, hoewel, echter

Slide 6 - Quizvraag

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandignaamwoord
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Mening
Wat zijn synoniemen voor 'mening'.
Er zijn meer antwoorden mogelijk.
A
Standpunt
B
Oordeel
C
Opinie
D
Opvatting

Slide 13 - Quizvraag

Roken is ongezond
Roken stinkt
Roken is slecht voor je omdat je er een stinkende adem van krijgt
Mening
Feit
Argument

Slide 14 - Sleepvraag


Wat zijn argumenten? Argumenten zijn ...
A
Belangrijke woorden in een tekst die een verband aangeven
B
Woorden die de mening van de schrijver aangeven
C
Een onderbouwing van de reden waarom je iets doet of niet doet
D
Voorbeelden die gegeven worden in de tekst

Slide 15 - Quizvraag

Wat past waar? Feit of mening?
Feit
Mening
Feit
Mening
Feit
Mening

Slide 16 - Sleepvraag

Wat is een mening?
A
Iets wat jij vindt.
B
Iets wat zo is en niet veranderd kan worden.
C
Iets waar je naar moet luisteren.
D
Een belangrijke les die je leert.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een feit?
A
Informatie die gegeven wordt.
B
Informatie die je kunt bewijzen.
C
Informatie die je niet kunt bewijzen .
D
Informatie met een mening.

Slide 18 - Quizvraag

Een feit is iets wat waar of onwaar is. Een feit kun je dus altijd............
A
delen
B
geloven
C
checken, nagaan
D
verwerpen

Slide 19 - Quizvraag

feiten en meningen: welke van deze zijn een feit en geen mening?
A
koeien zijn cool
B
stenen zijn KEI goed
C
bomen zijn oud
D
mensen moeten eten of ze gaan dood

Slide 20 - Quizvraag

Mening
Argument
Conclusie
Ik vind
omdat
Naar mijn mening
want
concluderend
samengevat

Slide 21 - Sleepvraag

of
Feit
Mening

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Link

Slide 24 - Tekstslide

timer
20:00
Maken 
Oefentoets 
H3 lezen en nakijken
&
H4 lezen en nakijken

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide