Verdeling van de macht

Even herhalen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Even herhalen

Slide 1 - Tekstslide

Een Republiek
A
Een staatsvorm waarbij het volk het parlement kiest
B
Het volk heeft alle macht
C
Een staatsvorm waarbij het staatshoofd wordt gekozen
D
Een staatsvorm waarbij een kleine groep mensen de macht heeft

Slide 2 - Quizvraag

Wat veranderde er door de grondwet van 1848?
A
Koning is onschendbaar en ministers zijn verantwoordelijk
B
Er komen minder grondrechten
C
Er komt algemeen kiesrecht
D
De Tweede Kamer wordt door de koning gekozen

Slide 3 - Quizvraag

Waarom wilde Willem III eerst geen koning van Nederland worden?
A
Hij was al koning van Engeland
B
Het parlement wilde hem niet als koning
C
Hij was ontevreden over de grondwet van 1848
D
Hij was tegen het algemeen kiesrecht

Slide 4 - Quizvraag

Wat is censuskiesrecht?
A
Dat je alleen mag kiezen als je genoeg belasting betaald
B
Dat alleen de mensen mogen stemmen die die koning uitkiest
C
Dat alleen arbeiders stemrecht hebben
D
Dat alleen katholieke stemrecht hebben

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn klassieke grondrechten?
A
De grondrechten die je beschermen tegen de macht van de overheid.
B
De grondrechten die iedereen in de wereld heeft.
C
Grondrechten die gaan over taken van de overheid.
D
Grondrechten die alleen voor de overheid gelden.

Slide 6 - Quizvraag

I. De vrijheid van meningsuiting is een klassiek grondrecht.
II. Het kiesrecht is een klassiek grondrecht.

A
1 is juist, II is onjuist.
B
I en II zijn beide juist.
C
I is onjuist, II is juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 7 - Quizvraag

2.4 Verdeling van de macht
Leerdoel: Je kunt uitleggen hoe de macht verdeeld is in een rechtsstaat. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Scheiding der machten
De wetgevende macht bestaat uit het parlement en de regering. 
 De meeste wetsvoorstellen komen van de regering. 

Het parlement moet vervolgens instemmen met het wetsvoorstel, anders kan het geen wet worden. 

De Tweede Kamer kan zelf ook met wetsvoorstellen komen, maar dat gebeurt niet zo vaak. 

Slide 10 - Tekstslide

uitvoerende macht
 De uitvoerende macht bestaat uit de regering

moet rekening houden met de wetgevende macht. 
mag alleen zaken uitvoeren die in de wet staan. 

Het parlement controleert de regering. Als de regering haar werk niet goed doet, dan kan het parlement de regering ten val brengen.

Slide 11 - Tekstslide

Rechterlijke macht
De rechterlijke macht in Nederland bestaat uit de rechters en het Openbaar Ministerie. 

De rechters spreken recht op basis van wetten.

Het Openbaar Ministerie (OM) vervolgt verdachten van een strafbaar feit. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Rechtsstaat
Een land waarin de machten verdeeld zijn en de overheid de burgers beschermd.

Kenmerken:
Iedereen (burgers en overheid) moeten zich aan de wet houden
&
Onafhankelijke rechtespraak 

Slide 15 - Tekstslide

onafhankelijke rechtspraak
Rechters moeten niet kunnen worden ontslagen omdat de regering het niet eens is met een bepaalde uitspraak.

Een rechter moet recht spreken op basis van wetten, verdragen en jurisprudentie.

Rechters mogen niet zomaar allerlei bijbanen of nevenfuncties hebben.


Slide 16 - Tekstslide

Aan het werk 
Thema: staatsinrichting
Democratie in NL
Verdeling van de macht

Maken vraag 11 en 12
daarna: invulsamenvatting 2.1 - 2.2 - 2.3 - 2.4 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide