Sleep de werkwoorden naar de juiste werkwoordsoort.
Amerikaanse onderzoekers publiceerden in 2001 een artikel over de relatie tussen klank en betekenis. Het onderzoek ging als volgt: ze lieten aan Engelssprekende mensen twee figuren zien. De ene had een omtrek met rondingen, de andere een omtrek met scherpe lijnen. De vraag die de onderzoekers stelden was: 'Wie is Kiki en wie is Bouba?' Veruit de meeste ondervraagden hebben Bouba aan de ronde gekoppeld en Kiki aan de scherpe figuur. Welke verklaring zou je hiervoor kunnen geven? Het verwachte antwoord ligt voor de hand, toch?