4.1 De opkomst van steden-Hanze

Hoofdstuk 4 Steden en Staten
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 Steden en Staten

Slide 1 - Tekstslide

programma
1. welkom
2. evaluatie plattegrond Arnhem
3. leerdoelen
4. Hanzesteden
5. Spel
6. Evaluatie
7. afronding

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen over groei steden en de handel in de hoge en late middeleeuwen . 
- kennis maken met verschillende oorzaken voor de opkomst en groei van de handel
- gebeuertenissen die invloed hebben op de opkomst en groei van de steden.
- spanningen die er tussen de steden en de lokale vorsten (de graaf) ontstonden.
- de complexiteit van factoren die de groei en welvaart van een stad bepalen.
- het fenomeen concurrentie, door negatieve aspecten (opstanden, oorlog, brand, misoogsten) 

Slide 3 - Tekstslide

2 Kenmerkende aspecten
- De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een
landbouw-stedelijke samenleving.  

- De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van
steden  

Slide 4 - Tekstslide

2. De Hanze
De Hanze is een samenwerking van handelaren en steden.
Kooplui hadden veel handel. Maar rondtrekken van stad naar stad was gevaarlijk over de weg. Overal waren rovers die je  konden overvallen. Handel en kooplui vervoeren via het water was veiliger.
1
De middeleeuwen is het tijdvak waarin de meeste van de moderne Europese steden hun oorsprong hebben. De meeste steden begonnen als kleine dorpen die in de loop van de 12e, 13e en 14e eeuw uitgroeide tot grote metropolen waar meer geld werd verdiend dan de lokale vorsten in hun geldkist hadden. De steden konden ook steeds meer rechten kopen en werden daarmee steeds zelfstandiger.

Slide 5 - Tekstslide

Een Kontor was in de middeleeuwen een vestiging van Hanzekooplieden in het buitenland.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Koggeschip
2
De kracht van het koggeschip lag vooral in het feit dat het per keer een grote lading (onder andere graan, laken, wol, haring, hout en zout) kon vervoeren en daarmee was het uitermate geschikt voor het toen opkomende transport van bulkgoederen. Het was een robuust vaartuig, de houten scheepshuid bood de lading een goede bescherming tegen de golven.
1
Dit is een koggeschip. Hiermee vervoerden Hanzesteden hun handelswaar (spullen). Zo'n schip was 30 meter lang (3 x een klaslokaal) en kon wel 200.000 kilogram vervoeren. 

Stel je voor, ieder kind weegt 60 kg, dan zou het TAK 78.000 kg wegen. Doe er de leerkrachten (12.000 kg) bij en dan heb je 100.000 kg. 

Een koggeschip kon 2x het TAK vervoeren. 
Of het gewicht van 35 Afrikaanse olifanten. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Langs welke rivier lagen de Nederlandse Hanzesteden?
A
De Rijn
B
De Maas
C
De Lek
D
De IJssel

Slide 10 - Quizvraag

Hoe noem je het containerschip van de middeleeuwen?
A
Het rogschip
B
Het karveel
C
Het koggeschip
D
Het kraak

Slide 11 - Quizvraag

Welke afbeelding van een koggeschip is juist?
A
Links
B
Midden
C
Recht

Slide 12 - Quizvraag

Langs welke rivier lagen de Nederlandse Hanzesteden?
A
De Rijn
B
De Maas
C
De Lek
D
De IJssel

Slide 13 - Quizvraag

waardoor is de Hanze ontstaan?
(meerdere antwoorden)
A
om meer te vervoeren en het was sneller
B
meer handel
C
dan hoeven mensen niet te lopen
D
het vervoer is te zwaar

Slide 14 - Quizvraag

Waarom werd de Hanze opgericht?
A
Om handelsvoordelen te krijgen.
B
Om veilig te kunnen handelen.
C
Om steden machtiger te maken.
D
Om betere schepen te bouwen.

Slide 15 - Quizvraag

Welke Nederlandse stad behoorde NIET tot de 'Hanze'?
A
Zwolle
B
Deventer
C
Zutphen
D
Utrecht

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Doel van het spel:
Elke speler is een dorp rond het jaar 1000. 
Het doel van elke speler is om het dorp uit te laten groeien tot de grootste stad met de meeste inkomsten. 
leerdoelen van deze les (reminder):
- kennis maken met verschillende redenen voor de opkomst en groei van de handel 
- gebeuertenissen die invloed hebben op de opkomst en groei van de steden.
- spanningen die er tussen de steden en de lokale vorsten (de graaf) ontstonden.
- de complexiteit van factoren die de groei en welvaart van een stad bepalen.
- het fenomeen concurrentie, door negatieve aspecten (opstanden, oorlog, brand, misoogsten) 

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht
  • Groepjes van min. 4 - max. 5
  • 30 tot 40 minuten speeltijd
  • Het doel van elke speler is om het dorp uit te laten groeien tot de grootste stad met de meeste inkomsten. 
  • De winnaar is de speler met de rijkste stad, de tweede plaats is voor de speler met de grootste stad
  • De spelers krijgen ieder een kaart met een locatiekaarten  en een kaart met een grondstofkaarten
  • Kaarten daarna: Op de kaarten staan gebeurtenissen die invloed hebben op de groei en de financiën van je nederzetting. De groei is aangegeven door de afbeelding van een handelaar en de financiën zijn afgebeeld door een florijn 
uitleg spel

Slide 20 - Tekstslide

evaluatie
  • welke oorzaken voor de opkomst en groei van de handel heb je gezien?
  • welke gebeurtenissen hebben invloed op de opkomst en groei van de steden?
  • welke spanningen tussen de steden en de lokale vorsten (de graaf) ontstonden? Hoe herken je die?
  • welke complexiteit van factoren bepalen de groei en welvaart van een stad?
  • welke negatieve gebeurtenissen hebben de groei van je stad bevorderd/geremd/verkleind?

Slide 21 - Tekstslide