Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Stijlfouten
oefenen ww-spelling
uitleg stijlfouten (invulblad)
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
oefenen ww-spelling
uitleg stijlfouten (invulblad)
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je beheerst de werkwoordspelling van de Nederlandse taal
Je kunt stijlfouten in taalgebruik herkennen en verbeteren
Eerst nog even een kleine oefening!
Slide 2 - Tekstslide
De ...........(ingestorten) schuurtjes waren gelukkig verzekerd.
Slide 3 - Open vraag
Hoe .......... (vinden) je het nieuwe haar van Monique?
Slide 4 - Open vraag
Over een week moeten we deze mail ............ (beantwoorden).
Slide 5 - Open vraag
Op welke plek ben jij .......... (finishen)?
Slide 6 - Open vraag
.......... (bieden) hulp aan anderen!
Slide 7 - Open vraag
Samenvatting stijlfouten
incongruentie
Foutief pleonasme
Foutieve tautologie
Dubbele ontkenning
Contaminatie
Verkeerd woord
Verkeerde uitdrukking
Foutief verwijswoord
Slide 8 - Tekstslide
Incongruentie
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Wat is er hier fout?
30 procent van de mensen zijn vaker dan eenmaal per jaar ziek.
30 procent van de mensen
is
vaker dan eenmaal per jaar ziek.
Een aantal mensen komen altijd te laat.
Een aantal mensen
komt
altijd te laat.
De toets werd nagekeken en de resultaten bekend gemaakt.
De toets werd nagekeken en de resultaten
werden
bekend gemaakt.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Verbeter onderstaande zinnen
De helft van de aanwezigen verlieten de zaal.
Ik vind dat de politie harder tegen drugscriminelen moet optreden. Ze zijn mij veel te slap.
Dat soort spelletjes worden via de computer gespeeld.
Een aantal bouwvakkers besloten te staken.
Er staan een paar schoenen in de kast.
De media besteedt veel aandacht aan die affaire.
Slide 13 - Tekstslide
Antwoorden
De helft van de aanwezigen
verliet
de zaal.
Ik vind dat de politie harder tegen drugscriminelen moet optreden. Ze
is
mij veel te slap.
Dat soort spelletjes
wordt
via de computer gespeeld.
Een aantal bouwvakkers
besloot
te staken.
Er
staat/staan
een paar schoenen in de kast.
De media
besteden
veel aandacht aan die affaire
Slide 14 - Tekstslide
Foutief pleonasme
Wat is de overeenkomst tussen een tautologie en een pleonasme?
Slide 15 - Tekstslide
Samenvattend
Tautologie
= synoniemen - twee keer wordt hetzelfde gezegd, maar dan met andere woorden (twee dezelfde begrippen).
blij en verheugd
pais en vree
vast en zeker
altijd en eeuwig
Slide 16 - Tekstslide
Pleonasme
Pleonasme = de betekenis van een woord, dat al ergens bij is ingesloten, wordt herhaald.
grijs beton
vrouwelijke typiste
witte sneeuw
houten boomstam
Slide 17 - Tekstslide
Wat is dan fout hieraan?
Je mag niet twee dingen dubbelop zeggen, als je er geen figuurlijk taalgebruik mee wil aangeven.
Probeer het eens!
Dat is een vaste standaarduitdrukking voor die beroepsgroep.
De ruiters gingen te paard het strand op.
Zullen we die toets tot later uitstellen?
Bovendien moet ik ook nog mijn boeken uit mijn kluisje halen.
Slide 18 - Tekstslide
Wat is dan fout hieraan.....?
Je mag niet twee dingen dubbelop zeggen
Tautologie
Pleonasme
Probeer het eens!
Dat is een
vaste standaarduitdrukking
voor die beroepsgroep.
De
ruiters
gingen
te paard
het strand op.
Zullen we die toets
tot later uitstellen
?
Bovendien
moet ik
ook
nog mijn boeken uit mijn kluisje halen.
Slide 19 - Tekstslide
Dubbele ontkenning
Slide 20 - Tekstslide
Wat is de fout?
De docent was niet ontevreden met de toetsresultaten.
Denk maar niet dat ik mijn huiswerk niet maak.
Slide 21 - Tekstslide
Dubbele ontkenning
De docent was
niet on
tevreden met de toetsresultaten.
Denk maar
niet
dat ik mijn huiswerk
niet
maak.
Dubbele ontkenning (- + - = +)
Je zegt twee keer dat iets niet zo is.
Slide 22 - Tekstslide
Contaminatie
Slide 23 - Tekstslide
Contaminatie
Is de zin goed of fout?
De jongen komt in aanmerking met verkeerde vrienden.
In sociale situaties is inleveringsvermogen belangrijk.
Contaminatie : als je twee woorden of uitdrukkingen ten onrechte vermengt, spreek je van een contaminatie.
Ik zal dat
nachecken
(
nakijken
of
checken
)
Hij
neemt
in de klas
altijd het hoogste woord
. (
heeft het hoogste woord
of
het woord nemen
.
Slide 24 - Tekstslide
Contaminatie samenvattend
Twee woorden die hetzelfde betekenen door elkaar halen (verhaspeling).
Komt veel voor bij spreekwoorden of uitdrukkingen.
Slide 25 - Tekstslide
Foutief verwijswoord
Slide 26 - Tekstslide
Verkeerde verwijswoorden
Is onderstaande zin goed of fout?
Erwin heeft een horloge gekregen, maar wil
hem
niet omruilen. (
hem
=
het
)
Slide 27 - Tekstslide
Wat voorbeelden
De scholier stelde de staatssecretaris voor een probleem
wat
ze niet direct kon oplossen.
Wat
moet zijn
dat
, want het is
het
probleem (
o
)
Dat is het beste
dat
ik ooit gedaan heb.
Dat
moet zijn
wat
, want
na de overtreffende trap
gebruik je
wat
.
Ze doen waar
hun
zin in hebben.
Hun
moet zijn
ze
, hun mag je
niet als onderwerp
gebruiken.
Slide 28 - Tekstslide
Regels verwijswoorden
Mannelijke de-woorden: hem
, hij, deze, die
Vrouwelijke de-woorden: zij, haar, deze, die
Het-woorden: het, zijn, dit, dat
Slide 29 - Tekstslide
Regels verwijswoorden
Hoe zit het met
'hun'
en
' hen
?
Hun
- als het een meewerkend voorwerp is zonder 'aan' of 'voor'
Hun
- als hun te vervangen is door een voorzetselgroep (met, voor, bij, zich, inzetten voor, ten aanzien van + hen).
Hen
gebruik je als
lijden voorwerp
en
na een voorzetsel
(Ik zie hen al van verre aankomen, wij zouden dat ook van hen krijgen.
Let op!
Hun
mag je nooit als
onderwerp
gebruiken.
Als je niet zeker weet of je
hun
of
hen
moet gebruiken, kun je altijd
ze
gebruiken.
Slide 30 - Tekstslide
verkeerde woordkeus (tweelingfouten)
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Stijlfouten
Juni 2023
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Stijlfouten
Juni 2020
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
les voor op school Stijlfouten
Juni 2020
- Les met
40 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Stijlfouten
Mei 2022
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Stijlfouten
Juni 2020
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
les 23/5: metonymie, pleonasme, tautologie
Mei 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
4-4, V2B, stijlfouten
Maart 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Foutieve stijlfiguren en andere formuleringsfouten
November 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3