Programma (globaal)

Programma (globaal)

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je ongewenst gedrag bij leerlingen herkennen en begrijpen waar dit gedrag vandaan komt.
Aan het einde van de les weet je hoe de hersenen werken bij spanning en hoe je de spanning bij leerlingen kunt verminderen.
Aan het einde van de les kun je het ABC schema toepassen en de invloed van de leerkracht op het gedrag van de leerling begrijpen.
Aan het einde van de les kun je de escalatieladder gebruiken en weet je hoe je moet reageren op gewenst en ongewenst gedrag.

Wat weet je al over omgaan met ongewenst gedrag in de klas?

Voorstelronde en activerende opdracht

Interactieve kennismaking
Activerende opdracht om betrokkenheid te vergroten

Observatie en bespreking van ongewenst gedrag

Observeren van ongewenst gedrag
Bespreken van waargenomen gedrag

Analyse van onderliggende factoren van gedrag

Analyseren van mogelijke oorzaken van gedrag
Inzicht krijgen in achterliggende redenen van gedrag

Uitleg spanningsberg en copingstrategieën

Uitleg over opbouw en afbouw van spanning bij leerlingen
Bespreken van copingstrategieën om met spanning om te gaan

De rol van de leerkracht en het ABC schema

Bespreken van de invloed van de leerkracht op het gedrag van de leerling
Uitleg van het ABC schema voor gedragsanalyse

Toepassing van positieve bekrachtiging en omgaan met ongewenst gedrag

Leren toepassen van positieve bekrachtiging
Omgaan met ongewenst gedrag in de klas

Casuïstiek en toepassing van geleerde technieken

Bespreken van praktijkvoorbeelden
Toepassen van geleerde technieken op casussen

Reflectie en evaluatie

Reflectiemoment op de les
Evaluatie van de behandelde onderwerpen

Definitielijst

Ongewenst gedrag: gedrag van leerlingen dat als storend of niet acceptabel wordt beschouwd.
Spanningsberg: een metafoor voor de opbouw van spanning bij een leerling en hoe deze weer af te bouwen.
ABC schema: een gedragsanalytisch model dat de Antecedenten (A), het Gedrag (B) en de Consequenties (C) in kaart brengt.
Escalatieladder: een hulpmiddel om de niveaus van gedrag en de bijbehorende leerkrachtreacties te identificeren en te beheren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.