Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling Nederlans H2 BK2
Wat is de betekenis van het volgende woord?
Circa
A
Precies
B
Ongeveer
C
Ondertussen
D
Uitvoerig
1 / 21
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat is de betekenis van het volgende woord?
Circa
A
Precies
B
Ongeveer
C
Ondertussen
D
Uitvoerig
Slide 1 - Quizvraag
Wat is de betekenis van het volgende woord?
Inmiddels
A
Precies
B
Ongeveer
C
Ondertussen
D
Uitvoerig
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de betekenis van het volgende woord?
Populair
A
Bij veel mensen bekend, geliefd
B
Samen met...
C
Door toedoen
D
Nauwkeurig aangeven
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de betekenis van het volgende woord?
Wereldwijd
A
Plaats waar iemand of iets zich bevindt
B
Regio
C
Streek
D
Op de hele wereld
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de betekenis van het volgende woord?
Opzet
A
Sturen
B
Tegenwoordige
C
Bedoeling
D
Bezigheden
Slide 5 - Quizvraag
Welke uitdrukking past hier?
Ivan heeft hier niets mee te maken, hij....
A
slaapt hier een nachtje over.
B
staat hier buiten.
C
is geen rooie cent waard.
D
praat zijn mond voorbij.
Slide 6 - Quizvraag
Welke uitdrukking past hier?
Het schilderij dat ik kreeg, kan de prullenbak in, want het...
A
is buiten zichzelf van woede.
B
is geen rooie cent waard.
C
staat hier buiten.
D
houd mij overal buiten.
Slide 7 - Quizvraag
Benoem de woordsoort:
De
A
Lidwoord
B
Werkwoord
C
Voorzetsel
D
Zelfstandig naamwoord
Slide 8 - Quizvraag
Benoem de woordsoort:
Anna
A
Lidwoord
B
Werkwoord
C
Voorzetsel
D
Zelfstandig naamwoord
Slide 9 - Quizvraag
Benoem de woordsoort:
Na
A
Lidwoord
B
Werkwoord
C
Voorzetsel
D
Zelfstandig naamwoord
Slide 10 - Quizvraag
Benoem de woordsoort:
Lopen
A
Lidwoord
B
Werkwoord
C
Voorzetsel
D
Zelfstandig naamwoord
Slide 11 - Quizvraag
Kies het bijvoeglijke naamwoord:
We wonnen de zilveren medaille.
A
Medaille
B
Wonnen
C
We
D
Zilveren
Slide 12 - Quizvraag
Kies het bijvoeglijke naamwoord:
Mijn oma heeft een houten kast.
A
Oma
B
Houten
C
Kast
D
Heeft
Slide 13 - Quizvraag
Schrijf de volgende zin helemaal correct.
's middags ging ik naar amsterdam
Slide 14 - Open vraag
Schrijf de volgende zin helemaal correct.
op donderdag ga ik naar psv
Slide 15 - Open vraag
Schrijf de volgende zin helemaal correct.
in de jumbo kocht ik appels bananen en peren
Slide 16 - Open vraag
Schrijf de volgende zin helemaal correct.
waarom ben jij zo'n fan van pasen
Slide 17 - Open vraag
Kies een kloppend voegwoord.
Maak de badkamer even schoon. Je hebt gedoucht.
A
Zodat
B
Maar
C
Of
D
Nadat
Slide 18 - Quizvraag
Kies een kloppend voegwoord.
Guus heeft een abonnement op Spotify. Hij hoort dan niet steeds de reclame.
A
Zodat
B
Maar
C
Of
D
Nadat
Slide 19 - Quizvraag
Welke woord is figuurlijk bedoeld?
Hij woont in het hart van de stad.
A
Hij
B
De stad
C
Het hart
D
Woont
Slide 20 - Quizvraag
Welke woord is figuurlijk bedoeld?
We hebben nog een appeltje te schillen met haar.
A
Haar
B
Een appeltje
C
Te schillen
D
We
Slide 21 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Herhaling Nederlands H2 2KB
November 2023
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Herhalingstoets Nederlands
December 2020
- Les met
32 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
LaatsteLesH5+H6
April 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Woordsoorten
November 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Woordsoorten
27 dagen geleden
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Oefeningen woordsoorten + zinsleer
Oktober 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoorden - zelfstandige naamwoorden - bijvoeglijke naamwoorden
Februari 2024
- Les met
45 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Hoofdstuk 4 wat te leren (les 1 ma)
Maart 2022
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1