VTHP COMBI lesweek 6
1 / 21
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De grootte van een spuit pas je aan op de hoeveelheid die je moet toedienen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
De punt van deze spuit noemen we:
A
tip
B
luerlock
Slide 3 - Quizvraag
Subcutane injectie
Intramusculaire injectie
Spier
Buikwand
Onderhuids vetweefsel
Bloedvatcontrole
Huidplooi
Huid strekken
Slide 4 - Sleepvraag
Voor je insuline toedient doe je eerst dit:
A
Zwenken
B
Plaats ontsmetten
Slide 5 - Quizvraag
Welke controle voer je uit als je de naald aangebracht hebt op de insulinepen?
Slide 6 - Open vraag
Een glucagoninjectie zorgt ervoor dat de suikerwaarde in het bloed zal:
A
dalen
B
stijgen
Slide 7 - Quizvraag
De normale suikerwaarde is:
A
tussen de 3 en 5
B
tussen de 3 en 8
C
tussen de 4 en 8
D
tussen de 5 en 10
Slide 8 - Quizvraag
Subfebriel is:
A
tussen 36 en 37,5
B
tussen 37,5 en 38
C
meer dan 38
Slide 9 - Quizvraag
Waar wordt de temperatuur in ons lichaam geregeld?
Slide 10 - Open vraag
Ouderen hebben dikwijls een lagere lichaamstemperatuur.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Koorts is altijd een slecht teken.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Noem 3 symptomen van koorts.
Slide 13 - Open vraag
Wat kan het risico zijn van zweten bij hoge koorts?
Slide 14 - Open vraag
Wat is hypothermie?
A
Hoge temperatuur
B
Lage temperatuur
Slide 15 - Quizvraag
Noem 3 symptomen bij onderkoeling.
Slide 16 - Open vraag
Een hotpack of coldpack mag je rechtstreeks aanbrengen op de huid.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Noem 3 mogelijkheden hoe je warmte aan een cliënt kan toedienen.
Slide 18 - Open vraag
Noem 3 mogelijkheden hoe je koude kan toedienen aan een cliënt.
Slide 19 - Open vraag
Kippenvel ontstaat bij een teveel aan warmte.
A
waar
B
niet waar
