Goederenrecht les 1: Inleiding

Goederenrecht les 1
Inleiding vermogensrecht

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GoederenrechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goederenrecht les 1
Inleiding vermogensrecht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat deze onderwijsperiode eruit zien?
  • Goederenrecht (2x per week, eerste weken)
  • Verbintenissenrecht (2x per week, laatste weken)
  • Arbeidsrecht (1x per week) 

Iedere les duurt 1,5 uur

Goederenrecht en verbintenissenrecht zijn examenvakken!!
Einde van dit schooljaar wordt het examen 'Basiskennis recht' afgenomen!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je meenemen?
  • Basisboek Juridisch
  • Wettenbundel deel I (privaatrecht)
  • Pen en papier
  • Laptop 

Lesson-ups worden niet gedeeld!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermogensrecht... waar denk je aan bij vermogen?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen
Juridisch begrip vermogen: iemands bezittingen en schulden of eigenlijk 'op geld waardeerbare rechten en plichten.

Bijvoorbeeld: voordat je nieuwe kleding koopt, heb je geld op jouw rekening staan. Na de aankoop heb je minder geld op jouw rekening staan, maar heb je er wel een nieuw kledingstuk bij. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen vervolg
Een vermogen kan een positief of een negatief saldo hebben.

Positief: meer bezittingen dan schulden
Negatief: meer schulden dan bezittingen 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermogensrecht
Het vermogensrecht regelt alles rondom het vermogen. 

Het vermogensrecht bestaat uit:
1. Goederenrecht (= beschrijving van het absolute vermogensrecht)
2. Verbintenissenrecht (= beschrijving van de relatieve rechten; prestaties die personen van elkaar tegoed hebben in de onderlinge relatie (altijd een recht en een plicht)
Met allebei de rechtsgebieden gaan jullie deze OP dus aan de slag!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken vermogensrechten
Vermogensrechten zijn de rechten waaruit iemands vermogen is opgebouwd. 

Twee kenmerken:
1. op geld waardeerbaar (waarde in geld uit te drukken)
2. je kunt ze overdragen aan een ander

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vermogensrechten
Twee soorten vermogensrechten:
1. Absolute rechten 
2. Relatieve rechten 

Om te weten of je met absolute of relatieve rechten te maken hebt, moet je jezelf de vraag stellen ten opzichte van wie je deze rechten kunt handhaven.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Absolute rechten
Rechten die iemand heeft over een goed en die door iedereen gerespecteerd moeten worden. 

Het eigendomsrecht is dus een absoluut recht. 
Voorbeeld: Henk is eigenaar van een auto. Hij mag de auto gebruiken zoals hij dat wil. Hij mag de auto bijv. verkopen of uitlenen. M.a.w. hij heeft de zeggenschap over zijn auto en iedereen moet dat respecteren. Anderen mogen de auto niet zo maar lenen etc. 

Slide 10 - Tekstslide

Zie ook art. 5:1 lid 1 BW: het meest omvattende recht
2. Relatieve rechten
Rechten die de ene persoon alleen ten opzichte van die andere persoon heeft. 
Relatieve rechten worden ook wel verbintenissen genoemd.

Voorbeeld: Kai heeft zijn opleiding afgerond en zijn studieboeken voor 200 euro aan Merel verkocht. Maar Merel komt haar betalingsverplichting niet na. Kai kan alleen Merel aanspreken om te betalen. Kai heeft namelijk alleen het recht om van Merel geld te ontvangen en niet van iemand anders. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar te vinden in de wet?
Waar is het vermogensrecht te vinden in de wet?

Goederenrecht: Boek 3 en 5 van het BW
Verbintenissenrecht: Boek 6 en 7 van het BW

Slide 12 - Tekstslide

De gelaagde structuur van het BW voor mogelijk een beter begrip in de opbouw:
Boek 3: algemeen vermogensrecht
Boek 4: erfrecht
Boek 5: zakelijke rechten
Boek 6: algemeen verbintenissenrecht
Boek 7: bijzondere overeenkomsten
Het vermogensrecht regelt alles rondom het vermogen.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de twee kenmerken van vermogensrechten?

Slide 14 - Open vraag

Op geld waardeerbaar
Over te dragen aan een ander

En welke twee soorten vermogensrechten zijn er?

Slide 15 - Open vraag

Absolute
relatieve
Een absoluut recht geldt t.o.v. één persoon.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een relatief recht wordt ook wel een verbintenis genoemd.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees art. 6:162 BW.
Leg uit dat de plicht tot schadevergoeding een relatief recht is.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(Huiswerk)opdracht
1. Maak een tabel.
Titel linkerkolom: bezittingen.
Titel rechterkolom: schulden.
Vul in: wat zijn jouw bezittingen en schulden?
2. Hoe komt het dat vermogen positief of negatief is?
3. Hoe ziet jouw vermogen er over 10 jaar uit? Welke bezittingen heb je dan? Heb je ook schulden?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies