Trainen van kracht les 3

Krachttraining
 De vorige periode heb je geleerd dat de definitie van kracht is: 

"De vaardigheid van het neuromusculaire systeem om uitwendige weerstanden te overwinnen, tegen te werken en/of vast te houden"

Tja... leg dat maar eens uit in normale taal. 


1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
TrainingsleerMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Krachttraining
 De vorige periode heb je geleerd dat de definitie van kracht is: 

"De vaardigheid van het neuromusculaire systeem om uitwendige weerstanden te overwinnen, tegen te werken en/of vast te houden"

Tja... leg dat maar eens uit in normale taal. 


Slide 1 - Tekstslide

Kracht

Slide 2 - Tekstslide

Krachttraining
Vandaag gaan we behandelen:

  • soorten van kracht : hoe heet het het en wat is het
  • Trainingsmethoden: hoe train je de soorten van kracht
  • Maken vragen teams krachttraining

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Wat is er blijven hangen van P1?

Even testen! 

Slide 5 - Tekstslide

Het dikker worden van spieren door training noemen we.
A
Atrofie
B
Hypertrofie
C
Excentrie
D
Hyperplasie

Slide 6 - Quizvraag

Snelkracht
Krachtuithoudingsvermogen
Snelheidsuithoudingsvermogen

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Krachttraining jeugd
  • Rustige opbouw; het lichaam is namelijk nog niet volgroeid
  • skelet van jeugdigen is minder belastbaar
  • Belangrijk uitgangspunt is streven naar rompkracht en bekkenstabiliteit (= "core stabillity")  

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Waarom is het belangrijk om voorzichtig te zijn met krachttraining bij kinderen?
(Wat zegt het boek hierover?)

Slide 11 - Open vraag

Een belangrijk uitgangspunt bij krachttraining is een sterke romp en bekkenstabiliteit. Wat is de term hiervoor in trainingsleer?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Een trainingsschema maken
Hoe meer je op maximaal kracht  traint hoe hoger de gewichten (intensiteit), hoe lager de omvang (herhalingen en sets) en hoe meer rust. (tussen de sets door, maar ook de supercompenstatie tijd) 

Train je meer op krachtuithoudingsvermogen, dan is het dus andersom. Lagere intensiteit, hogere omvang, minder rust. 

Leg eens uit... hoe zit dat in relatie tot energiesystemen?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Welke soort krachttraining heeft het volgende doel:
Krachtopbouw in spieren en/of spiergroepen onafhankelijk van een specifieke tak van sport.
A
Algemene krachttraining
B
Veelzijdig-doelgerichte krachttraining
C
Specifieke krachttraining
D
Alle soorten krachttraining

Slide 16 - Quizvraag

Een sprinter die squats maakt dat om
zijn beenspieren sterker te maken.
Van welke soort training spreken
we dan?
A
Algemene krachttraining
B
Veelzijdig doelgerichte krachttraining
C
Specifieke krachttraining

Slide 17 - Quizvraag

Logische opbouw

Slide 18 - Tekstslide

Als je snel kracht wilt opbouwen kun je ook beginnen met specifieke krachttraining:
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Het uitvoeren van de leg extension (zie afbeelding)
is voor een voetballer:
A
Speciale krachttraining
B
Specifieke krachttraining
C
Veelzijdig-doelgerichte krachttraining
D
Algemene krachttraining

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Sleep de verschijningsvormen van kracht naar de juiste plek
Duurkracht
Kracht u.h.v.
Explosieve kracht
Snelkracht
Maximale kracht

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Video

welke "verschijningsvorm" van kracht zie je hier?
A
Maximale kracht
B
Explosieve kracht
C
snelkracht
D
krachtuithoudingsvermogen

Slide 24 - Quizvraag

Het omver duwen van je tegenstander bij judo, is een voorbeeld van
A
Maximale kracht
B
Snelkracht
C
Explosieve kracht
D
Kracht uithoudingsvermogen

Slide 25 - Quizvraag

Welke soort kracht gebruikt een tennisser veel:
A
Maximale kracht
B
Explosieve
C
Kracht UHV
D
Snelkracht

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Bij welke soort training hoort deze intensiteit:

20-50% v.h. PR voor het krachtonderdeel
A
Explosieve kracht
B
Snel kracht
C
Duurkracht
D
Kracht UHV

Slide 28 - Quizvraag

Bij welke soort training hoort deze intensiteit:

80-90%v.h. PR voor het krachtonderdeel
A
Explosieve kracht
B
Snel kracht
C
Duurkracht
D
Kracht UHV

Slide 29 - Quizvraag

Bij welke soort training hoort dit aantal herhalingen:

1-3 herhalingen
A
Explosieve kracht
B
Snel kracht
C
Maximale kracht
D
Kracht UHV

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

Spiercontractie

Slide 32 - Tekstslide

Bij welke soort spiercontractie wordt de spier 'langer'?
A
Concentrisch
B
Excentrisch
C
Statisch
D
Auxotonisch

Slide 33 - Quizvraag

Een sporter maakt met een halter op de schouders een squat-beweging. Welke soort spiercontractie maken de strekspieren van de benen als de sporter zijn knieën strekt?
A
isometrische contractie
B
statische contractie
C
concentrische contractie
D
exentrische contractie

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Welke soort kracht is hierbij
belangrijk?
A
Maximaal kracht
B
Explosive kracht
C
Snelkracht
D
Kracht uhv

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Sleep naar juiste fase (fases na krachttraining) 
Fase 1
Fase 2
Fase 3
verbetering intermusculaire coördinatie
verbetering intramusculaire coördinatie
Hypertrofie

Slide 40 - Sleepvraag

Hypertrofie betekent:
A
Verbeteren coördinatie
B
Dikte groei van een spier(vezel)
C
(concentrisch) samentrekken van een spier
D
(excentrisch) bewegen van een spier

Slide 41 - Quizvraag

Zet de verschijningsvormen van kracht van minst (1) % naar meeste (5) % van de F-max.
1
2
3
4
5
Maximale kracht
Snel- kracht
Kracht
u.h.v.
Explosievekracht
Duur- kracht

Slide 42 - Sleepvraag

Slide 43 - Link

Vragen Kracht




Zie teams opdrachten
Trainingskunde Kracht

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide