hfst 8 opgroeien (beeldspraak), kort verhaal, d-toets (via testfox), dialoog of debat

Welkom H4
Leg je pen, papier, theorieboek en oefenboek op tafel. 
Start met NUMO in STILTE!


timer
10:00
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom H4
Leg je pen, papier, theorieboek en oefenboek op tafel. 
Start met NUMO in STILTE!


timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels les
- Als ik spreek, is het stil
- Steek je hand op als je iets wil vragen
- We luisteren naar elkaar
- We respecteren elkaars leerproces
! Actieve Werkhouding!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:

- Numo (al gedaan)
- Lezen en opdracht kort verhaal
- S.O via testfox
- Hoofdstuk 8 over opgroeien en poëzie (beeldspraak)
- Dialoog schrijven/Debat

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PTO 2:
Argumentatieleer: hoofdstuk 19 t/m 22.
Poëzie: hoofdstuk 4, 5, 8, 9, 10 + poëtische middelen B(beeldspraak) en C (stijlfiguren).
Herhaling: Inhoud en opbouw hoofdstuk 2 t/m 6.
Toets:
- leesvaardigheid, argumentatie en poëzie
- troublespeech
Numo
30 minuten per week
Werkwoorden en leestekens: 3F

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Aan het einde van de les heb je met NUMO geoefend
- Heb je opdrachten gemaakt bij een kort verhaal 
- Heb je een S.O gemaakt en weet je waar je aan wil werken na de vakantie
- Heb je een dialoog geschreven/debat
- Heb je geoefend met beeldspraak

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

S.O periode 2
- Ga naar testfox en maak de toets 
- De toets telt niet mee
- Je mag je boek gebruiken
- Je werkt in STILTE en kijkt je werk zelf na 
- Wat ging goed en wat vind je moeilijk?
timer
20:00
timer
8:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poëzieopdracht
Straks zie je 4 gedichten die in de openbare ruimte hangen. 
Beantwoord de volgende vragen in je schrift per gedicht. 

1. Heeft de lay-out iets met de inhoud van het gedicht te maken? Hoe? 
2. Wat kun je zeggen over de grootte van de letters en de witruimte? 
3. Behoort deze tekst tot de poëzie of de proza? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poëzieopdracht
Straks zie je 3 gedichten die in de openbare ruimte hangen. 
1. Heeft de lay-out iets met de inhoud van het gedicht te maken? Hoe? 
2. Wat kun je zeggen over de grootte van de letters en de witruimte? 
3. Behoort deze tekst tot de poëzie of de proza? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proza

  • Lopende tekst
  • De tekst wordt niet onderbroken door witregels

Poëzie

  • De regels mogen worden afgebroken als de schrijver dat wil
  • De schrijver bepaalt wanneer een zin afgebroken wordt
  • Vaak wordt er gebruik gemaakt van veel wit

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poëzie: 
De dichter beslist waar een zin eindigt.
Proza
De tekst is gelijk verdeeld over de hele pagina.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Theorie

  • literatuur, proza, poëzie, kort verhaal, novelle, roman
  • fictie, non-fictie, autobiografisch, biografisch, alter ego, autofictie
  • genre, personages, gebeurtenissen, vertelperspectief, tijd, ruimte, setting, thema, motief
  • stijlfiguren
  • hoofdpersonen, bijfiguren
Welke begrippen ken je niet? 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Het vertellen van verhalen - Literatuur H11 

- Verhaaltheorie - narratologie: begrippen die nodig zijn om kritisch over verhalen te praten.
- grondelementen:
  1. tijd 
  2. vertelperspectief
  3. personages
  4. gebeurtenissen
  5. ruimte



Maak aantekeningen!

Slide 16 - Tekstslide

Tot hier gekomen
Communiceren doe je samen 2
Het vertellen van verhalen - Literatuur H11 

1. Tijd 
Welke begrippen horen hier bij? 
  • Flashback (terugblikken)
  • Flash forward (vooruitwijzen)
  • chronologie
  • tijdsversnelling
  • tijdsvertraging/tijdverdichting
  • tijdsprong
  • verteltijd
  • vertelde tijd

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd:

  • Vertelde tijd: de tijd in het verhaal: 15 jaar, 1 dag. 
  • Verteltijd: de tijd die het kost om het verhaal te lezen: 5 uur, twee weken

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik begrijp alles over proza en poëzie!
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijking 


Een vergelijking herken je aan de woorden 'als' en 'net'. 
Hij is zo rood als een kreeft. Ze is net (als) een nachtegaal.
Ook bij de woorden 'van een' kun je denken aan een vergelijking: hij is een beer van een vent.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metafoor
Bij een metafoor zijn de woorden 'als' of 'van een' weggelaten. Wél worden er twee dingen vergeleken, maar alleen het beeld is overgebleven.
"Het is hier een zwijnenstal!" roept moeder, als ze Tommy's kamer ziet.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personificatie 
Aan abstracte begrippen, iets uit de natuur of levenloze zaken wordt een menselijke eigenschap toegekend:
de oude auto kwam hoestend en proestend op gang.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metonymia
Bij een metonymia worden twee dingen met elkaar vergeleken, die niet op elkaar lijken.

"Het vriest flink, dus ik heb mijn ijzers alvast maar tevoorschijn gehaald."


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vergelijking herken je aan:
A
het woordje '(net) als'
B
het woordje 'met'
C
het woordje 'als', of 'van een'
D
het woordje 'vergeleken'

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij is zo sterk als een beer = een metafoor. Juist of onjuist?
A
onjuist
B
juist

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Die Rembrandt vind ik mooier dan die Van Gogh.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymia
C
metafoor
D
personificatie

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Geef mij nog eens een glas'. Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
synesthesie
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Zij is net een nachtegaal.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymia
C
metafoor
D
personificatie

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'De wind huilt door de bomen.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymia
D
vergelijking

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kern 8 Opgroeien p. 148
- We lezen samen p.148 theorie
- Opdracht 2 en 3 doen we samen p. 148 werkboek
- Hoe ging dit?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een dialoog?

-Een dialoog is een gesproken of geschreven gesprek tussen twee of meer personen.
 Bij een monoloog is er één persoon aan het woord, met of zonder luisteraars (bijv. een toespraak of voice-over).





Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een dialoog?

-Een dialoog is een gesproken of geschreven gesprek tussen twee of meer personen.
 Bij een monoloog is er één persoon aan het woord, met of zonder luisteraars (bijv. een toespraak of voice-over).





Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

??????????????????????????????

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dialoog                monoloog

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dialoog Hoefnagels
- Hoe loopt dit af?
- Maak in tweetallen een dialoog
- Wie is de docent en wie de leerling?
- Overleg op FLUISTERtoon
- Wie gaat er als eerste? 
timer
5:00

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Aan het einde van de les heb je met NUMO geoefend
- Heb je opdrachten gemaakt bij een kort verhaal 
- Heb je een S.O gemaakt en weet je waar je aan wil werken na de vakantie
- Heb je een dialoog geschreven/debat
- Heb je geoefend met beeldspraak

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies