hfst 8 opgroeien (beeldspraak), d-toets (via testfox), proza/poezie, dialoog

Welkom H4
Leg je pen, papier, theorieboek en oefenboek op tafel. 
Start met NUMO in STILTE!


timer
10:00
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom H4
Leg je pen, papier, theorieboek en oefenboek op tafel. 
Start met NUMO in STILTE!


timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Regels les
- Als ik spreek, is het stil
- Steek je hand op als je iets wil vragen
- We luisteren naar elkaar
- We respecteren elkaars leerproces
! Actieve Werkhouding!

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag:

- Numo (al gedaan)
- S.O via testfox
- Hoofdstuk 8 over opgroeien en poëzie (beeldspraak)
- Nog meer poëzie en proza
- Dialoog schrijven

Slide 3 - Tekstslide

PTO 2:
Argumentatieleer: hoofdstuk 19 t/m 22.
Poëzie: hoofdstuk 4, 5, 8, 9, 10 + poëtische middelen B(beeldspraak) en C (stijlfiguren).
Herhaling: Inhoud en opbouw hoofdstuk 2 t/m 6.
Toets:
- leesvaardigheid, argumentatie en poëzie
- troublespeech
Numo
30 minuten per week
Werkwoorden en leestekens: 3F

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
- Aan het einde van de les heb je met NUMO geoefend
- Heb je een S.O gemaakt en weet je waar je aan wil werken 
- Heb je een dialoog geschreven
- Heb je geoefend met beeldspraak
- Weet je alles van proza en poëzie

Slide 5 - Tekstslide

S.O periode 2
- Ga naar testfox en maak de toets 
- De toets telt niet mee
- Je mag je boek gebruiken
- Je werkt in STILTE en kijkt je werk zelf na 
- Wat ging goed en wat vind je moeilijk?
timer
20:00
timer
8:00

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Vergelijking 


Een vergelijking herken je aan de woorden 'als' en 'net'. 
Hij is zo rood als een kreeft. Ze is net (als) een nachtegaal.
Ook bij de woorden 'van een' kun je denken aan een vergelijking: hij is een beer van een vent.

Slide 8 - Tekstslide

Metafoor
Bij een metafoor zijn de woorden 'als' of 'van een' weggelaten. Wél worden er twee dingen vergeleken, maar alleen het beeld is overgebleven.
"Het is hier een zwijnenstal!" roept moeder, als ze Tommy's kamer ziet.

Slide 9 - Tekstslide

Personificatie 
Aan abstracte begrippen, iets uit de natuur of levenloze zaken wordt een menselijke eigenschap toegekend:
de oude auto kwam hoestend en proestend op gang.

Slide 10 - Tekstslide

Metonymia
Bij een metonymia worden twee dingen met elkaar vergeleken, die niet op elkaar lijken.

"Het vriest flink, dus ik heb mijn ijzers alvast maar tevoorschijn gehaald."


Slide 11 - Tekstslide

Een vergelijking herken je aan:
A
het woordje '(net) als'
B
het woordje 'met'
C
het woordje 'als', of 'van een'
D
het woordje 'vergeleken'

Slide 12 - Quizvraag

Hij is zo sterk als een beer = een metafoor. Juist of onjuist?
A
onjuist
B
juist

Slide 13 - Quizvraag

'Die Rembrandt vind ik mooier dan die Van Gogh.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymia
C
metafoor
D
personificatie

Slide 14 - Quizvraag

'Geef mij nog eens een glas'. Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
synesthesie
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 15 - Quizvraag

'Zij is net een nachtegaal.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymia
C
metafoor
D
personificatie

Slide 16 - Quizvraag

'De wind huilt door de bomen.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymia
D
vergelijking

Slide 17 - Quizvraag

Kern 8 Opgroeien p. 148
- We lezen samen p.148 theorie
- Opdracht 2 en 3 doen we samen p. 148 werkboek
- Hoe ging dit?

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een dialoog?

-Een dialoog is een gesproken of geschreven gesprek tussen twee of meer personen.
 Bij een monoloog is er één persoon aan het woord, met of zonder luisteraars (bijv. een toespraak of voice-over).





Slide 19 - Tekstslide

Wat is een dialoog?

-Een dialoog is een gesproken of geschreven gesprek tussen twee of meer personen.
 Bij een monoloog is er één persoon aan het woord, met of zonder luisteraars (bijv. een toespraak of voice-over).





Slide 20 - Tekstslide

??????????????????????????????

Slide 21 - Tekstslide

dialoog                monoloog

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Dialoog Hoefnagels
- Hoe loopt dit af?
- Maak in tweetallen een dialoog
- Wie is de docent en wie de leerling?
- Overleg op FLUISTERtoon
- Wie gaat er als eerste? 
timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen
- Aan het einde van de les heb je met NUMO geoefend
- Heb je een S.O gemaakt en weet je waar je aan wil werken 
- Heb je een dialoog geschreven
- Heb je geoefend met beeldspraak
- Weet je alles van proza en poëzie

Slide 25 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 26 - Open vraag