Thema en perspectief herhalen, hh argumentatieschema, begrijpend lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Welkom H4

Leg je pen, papier, theorieboek en oefenboek op tafel. 

Start met NUMO in STILTE!

Hoe gaat het vandaag?

😒🙁😐🙂😃

Regels les

- Als ik spreek, is het stil

- Steek je hand op als je iets wil vragen

- We luisteren naar elkaar

- We respecteren elkaars leerproces

! Actieve Werkhouding!

Vandaag:

- Herhalen argumentatieschema

- Numo

- Thema en perspectief

- Begrijpend lezen

- Schrijfopdracht periode 1

PTO 2:

Argumentatieleer: hoofdstuk 19 t/m 22.

Poëzie: hoofdstuk 4, 5, 8, 9, 10 + poëtische middelen B(beeldspraak) en C (stijlfiguren).

Herhaling: Inhoud en opbouw hoofdstuk 2 t/m 6.

Toets:

- leesvaardigheid, argumentatie en poëzie

- troublespeech

Numo

30 minuten per week

Werkwoorden en leestekens: 3F

Leerdoelen

- Aan het einde van de les heb je met NUMO geoefend

- Heb je je kennis opgehaald en verdiept over argumenteren

- Heb je thema en perspectief herhaald

- Heb je geoefend met begrijpend lezen

- Heb je een schrijfopdracht gemaakt over periode 1

Heb je thema en perspectief herhaald

Welke vragen verwacht jij over de verhalenbundel?

Thema

Het thema van een verhaal



Wat is dat? 

Thema

• Hoofdonderwerp
• Een verhaal kan meerdere thema’s hebben

Het thema leid je af uit:

 

• gedrag en gesprekken personages
  
• gebeurtenissen
  
• afloop
  

Veel voorkomende thema's

 

• Liefde
  
• Vriendschap
  
• Dood
  
• Eenzaamheid
  
• Volwassen worden

Welke perspectieven zijn er ook weer?

Heb je thema en perspectief herhaald

😒🙁😐🙂😃

Argumentatiestructuur

- Welke argumentatiestructuur heb je veel gebruikt tijdens je debat? Overleg met je buurman of buurvrouw.

Argumentatiestructuur: manier waarop argumentatie is opgebouwd.

Argumentatiestructuren:

- Enkelvoudig

- Onderschikkend

- Nevenschikkend

          - onafhankelijk

          - afhankelijk

Maak aantekeningen!

Welke argumentatiestructuur?

1. Enkelvoudige argumentatie
2. Onderschikkende argumentatie
3. Nevenschikkende argumentatie

Welke argumentatiestructuur?

1. Enkelvoudige argumentatie
2. Onderschikkende argumentatie
3. Nevenschikkende argumentatie

Welke argumentatiestructuur?

1. Enkelvoudige argumentatie
2. Onderschikkende argumentatie
3. Nevenschikkende argumentatie

Ik begrijp alles van argumentatieleer

😒🙁😐🙂😃

Heb je geoefend met begrijpend lezen

Hfst 21 p. 104-105

We nemen de tekst samen door en maken opdr 1 samen

Je maakt in duo's opdr 15-21 op FLUISTERTOON

Je kijkt het zelf na

Hoe ging het?

Heb je geoefend met begrijpend lezen

😒🙁😐🙂😃

H. 4 Inleiding, kern en slot

Je oefent met het herkennen van de indeling van de tekst. 

Inleiding:

- aandacht trekken

- onderwerp introduceren

Aandacht trekken:

- anekdote

- opvallende stelling of mening

- aanhaken bij een actuele gebeurtenis

- wijzen op voordelen van verder lezen

Onderwerp introduceren:

- vraag stellen

- voorbeeld geven

- samenvatting of conclusie

- mening

- probleemstelling

- opvallende uitkomst

Kern:

- deelonderwerpen

Slot:

- samenvatting of conclusie

- uitsmijter

Schrijf een inleiding bij de tekst. 

1. Kies één van de manieren om de aandacht te trekken van de lezer.

2. Introduceer het onderwerp in vier tot zes zinnen.

3. Let op signaalwoorden

Lever de tekst op papier in. 

Schrijf een inleiding bij de tekst.

Schrijf vier tot zes zinnen en lever het tekstje straks op papier in. 

Leerdoelen

- Aan het einde van de les heb je met NUMO geoefend

- Heb je je kennis opgehaald en verdiept over argumenteren

- Heb je thema en perspectief herhaald

- Heb je geoefend met begrijpend lezen

- Heb je een schrijfopdracht gemaakt over periode 1

Wat is een dialoog?

-Een dialoog is een gesproken of geschreven gesprek tussen twee of meer personen.

 Bij een monoloog is er één persoon aan het woord, met of zonder luisteraars (bijv. een toespraak of voice-over).

Wat is een dialoog?

-Een dialoog is een gesproken of geschreven gesprek tussen twee of meer personen.

 Bij een monoloog is er één persoon aan het woord, met of zonder luisteraars (bijv. een toespraak of voice-over).

??????????????????????????????

dialoog                monoloog

Dialoog Hoefnagels

- Hoe loopt dit af?

- Maak in tweetallen een dialoog

- Wie is de docent en wie de leerling?

- Overleg op FLUISTERtoon

- Wie gaat er als eerste? 

Wat heb je vandaag geleerd?