begrippen literatuur, herhalen argumenteren

Welkom H4
Leg je pen, papier, theorieboek en oefenboek op tafel. 
Start met NUMO in STILTE!


timer
10:00
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom H4
Leg je pen, papier, theorieboek en oefenboek op tafel. 
Start met NUMO in STILTE!


timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels les
- Als ik spreek, is het stil
- Steek je hand op als je iets wil vragen
- We luisteren naar elkaar
- We respecteren elkaars leerproces
! Actieve Werkhouding!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:

- Herhalen argumenteren
- Verder met begrippen literatuur
- Numo?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PTO 2:
Argumentatieleer: hoofdstuk 19 t/m 22.
Poëzie: hoofdstuk 4, 5, 8, 9, 10 + poëtische middelen B(beeldspraak) en C (stijlfiguren).
Herhaling: Inhoud en opbouw hoofdstuk 2 t/m 6.
Toets:
- leesvaardigheid, argumentatie en poëzie
- troublespeech
Numo
30 minuten per week
Werkwoorden en leestekens: 3F

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Aan het einde van de les heb je met NUMO geoefend
- Heb je je kennis opgehaald en verdiept over argumenteren
- Heb je geoefend met literaire begrippen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
- H. 21 argumentatieschema's
Je leert drie soorten argumentatieschema's onderscheiden en je leert hoe je bij elk schema de juiste kritische vragen kunt stellen.
Wat is een argumentatieschema?
Welke drie soorten zijn er?
Welke kritische vragen horen er bij de schema's?
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatieschema:
Geeft het verband aan tussen standpunt en argument.
1. Kenmerken
- voorbeelden
- voor- en nadelen
2. Vergelijking
3.  Causaliteit (oorzaak en gevolg)
- doel-middelrelatie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritische vragen:
1. Kenmerken: 
- Is het wel kenmerkend?
2. Vergelijking
- Zijn er ook verschillen? Zijn die groter dan de overeenkomsten? 
3. Causaliteit (oorzaak en gevolg)
- Leid de oorzaak wel tot het gevolg?
- Is er geen andere manier om het gevolg te bereiken?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Standpunt: Rap(cultuur) kan jongeren positief beïnvloeden. 

Schrijf enkelvoudige argumentatie bij dit standpunt. 
Kies één van de drie argumentatieschema's. 

Schrijf in stilte. 
timer
3:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wissel uit met diegene naast je. 

- Is de argumentatiestructuur enkelvoudig?
- Welk argumentatieschema herken je?
- Welke kritische vraag kun je stellen?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf in stilte het verzwegen argument in de volgende zinnen op:

1. Hij is een goede docent, want zijn studenten halen hoge cijfers. 

2. We moeten op tijd vertrekken, anders missen we de trein.

3. Dit restaurant is altijd vol, dus het eten moet wel goed zijn.

timer
1:30

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verbieden van vuurwapens is net zoiets als het verbieden van messen in de keuken. Beide zijn tenslotte scherpe voorwerpen die mensen kunnen verwonden.
Welk schema herken je?
Welke kritische vraag kun je stellen?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Autoriteitsdrogreden
Is de autoriteit wel echt een deskundige?

Vals dilemma
Zijn er echt maar twee opties?

Overhaaste generalisatie
Is dat echt altijd zo? Of zijn er maar een paar voorbeelden?

Verkeerde vergelijking
Zijn er niet ook belangrijke verschillen?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke aanval: op de persoon i.p.v. op de inhoud. 

Ontduiken bewijslast: Iedereen snapt wel dat...

Cirkelredenering: standpunt is argument. 

Vertekenen van een standpunt

Bespelen van het publiek: inspelen op bijvoorbeeld angst, woede, schuld 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn oma dronk elke dag 3 glazen cola en zij is 92 jaar oud geworden. Het drinken van cola is dus gezond.
A
autoriteitsdrogreden
B
vals dilemma
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoon A: "We moeten strengere milieuregels invoeren."
Persoon B: "Dus jij wilt dat we allemaal onze auto's opgeven en teruggaan naar paard en wagen?"
A
persoonlijke aanval
B
ontduiken bewijslast
C
cirkelredenering
D
vertekenen van het standpunt

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenislessen zijn helemaal niet belangrijk. Oude kleren gooi je toch ook gewoon weg?
A
autoriteitsdrogreden
B
vals dilemma
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind vrijheid van meningsuiting erg belangrijk, want iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt.
A
persoonlijke aanval
B
ontduiken bewijslast
C
cirkelredenering
D
vertekenen van het standpunt

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Die wiskundetoets was veel te moeilijk, dat zei de docent Nederlands ook.
A
autoriteitsdrogreden
B
vals dilemma
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als jij niet naar Spanje op vakantie wil, dan gaan we gewoon helemaal niet op vakantie.
A
autoriteitsdrogreden
B
vals dilemma
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Poëzie: 
De dichter beslist waar een zin eindigt.
Proza
De tekst is gelijk verdeeld over de hele pagina.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Theorie

  • literatuur, proza, poëzie, kort verhaal, novelle, roman
  • fictie, non-fictie, autobiografisch, biografisch, alter ego, autofictie
  • genre, personages, gebeurtenissen, vertelperspectief, tijd, ruimte, setting, thema, motief
  • stijlfiguren
  • hoofdpersonen, bijfiguren
Welke begrippen ken je niet? 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Het vertellen van verhalen - Literatuur H11 

- Verhaaltheorie - narratologie: begrippen die nodig zijn om kritisch over verhalen te praten.
- grondelementen:
  1. tijd 
  2. vertelperspectief
  3. personages
  4. gebeurtenissen
  5. ruimte



Maak aantekeningen!

Slide 24 - Tekstslide

Tot hier gekomen
Communiceren doe je samen 2
Het vertellen van verhalen - Literatuur H11 

1. Tijd 
Welke begrippen horen hier bij? 
  • Flashback (terugblikken)
  • Flash forward (vooruitwijzen)
  • chronologie
  • tijdsversnelling
  • tijdsvertraging/tijdverdichting
  • tijdsprong
  • verteltijd
  • vertelde tijd

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd:

  • Vertelde tijd: de tijd in het verhaal: 15 jaar, 1 dag. 
  • Verteltijd: de tijd die het kost om het verhaal te lezen: 5 uur, twee weken

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik begrijp alles over proza en poëzie!
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Kern 8 Opgroeien p. 148
- We lezen samen p.148 theorie
- Opdracht 2 en 3 doen we samen p. 148 werkboek
- Hoe ging dit?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een dialoog?

-Een dialoog is een gesproken of geschreven gesprek tussen twee of meer personen.
 Bij een monoloog is er één persoon aan het woord, met of zonder luisteraars (bijv. een toespraak of voice-over).





Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een dialoog?

-Een dialoog is een gesproken of geschreven gesprek tussen twee of meer personen.
 Bij een monoloog is er één persoon aan het woord, met of zonder luisteraars (bijv. een toespraak of voice-over).





Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

??????????????????????????????

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dialoog                monoloog

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dialoog Hoefnagels
- Hoe loopt dit af?
- Maak in tweetallen een dialoog
- Wie is de docent en wie de leerling?
- Overleg op FLUISTERtoon
- Wie gaat er als eerste? 
timer
5:00

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgende keer
- Herhalen stof periode 1 dmv oefeningen
- Herhalen stof periode 2
- Ev. literaire begrippen

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Aan het einde van de les heb je met NUMO geoefend
- Heb je je kennis opgehaald en verdiept over argumenteren
- Heb je geoefend met literaire begrippen

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies