Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Invalles Nederlands PB
Invalles
Nederlands
1 / 38
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
38 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Invalles
Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Programma
10 minuten stillezen
LessonUp-quiz (op laptop)
Afsluiting en vooruitblik
Slide 2 - Tekstslide
timer
10:00
Slide 3 - Tekstslide
Taalverzorging
Doel
: Je leert samengestelde woorden, bijvoeglijke naamwoorden en het meervoud van zelfstandige naamwoorden juist spellen
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de juiste spelling in het meervoud?
machine
A
machine
B
machientjes
C
machines
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling in het meervoud?
café
A
cafees
B
cafeeen
C
cafés
D
café's
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling in het meervoud?
groente
A
groenten
B
groentes
C
groentenen
D
groents
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling in het meervoud?
historicus
A
historicussen
B
historici
C
historicusen
D
historica
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling in het meervoud?
oma
A
omas
B
omaas
C
oma's
D
omaen
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling in het meervoud?
technologie
A
technologies
B
technologieën
C
technologiën
D
technologieeën
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling in het meervoud?
taxi
A
taxis
B
taxi's
C
taxies
D
taxie's
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling in het meervoud?
rotzooi
A
rotzoois
B
rotzooien
C
rotzooiën
D
rotzooi
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling in het meervoud?
piano
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling in het meervoud?
idee
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën
Slide 15 - Quizvraag
Sleep het woord naar de juiste meervoudsvorm
meervouden met een -s
meervouden op 's
pinda
repetitie
menu
paraplu
pyjama
bezem
Slide 16 - Sleepvraag
Wat is de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord?
deze .... kozijnen
A
aluminium
B
aluminiumen
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord?
de .... broek
A
katoenen
B
katoene
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord?
een ..... horloge
A
goud
B
goude
C
gouden
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord?
de ...... chihuahua’s
A
aangeklede
B
aangekleede
C
aangekleedde
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord?
het ......... tuinhek
A
verroestten
B
verroeste
C
verroesten
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord?
De .... oude man ligt in het ziekenhuis.
A
gevalle
B
gevielen
C
gevalde
D
gevallen
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord?
de ......... buitenmuur
A
bekladde
B
bekladden
C
bekladen
D
bekladden
Slide 23 - Quizvraag
Sleep de woorden naar elkaar toe, zodat er correcte samenstellingen ontstaan.
regen
pas
club
zak
wind
kamer
geld
jas
energie
huis
Slide 24 - Sleepvraag
Maak correcte samenstellingen door de onderstaande woorden te verslepen naar de bovenstaande kadertjes.
horloge stations gedaante leraars aardbeien
confituur
buurt
kamer
maker
verwisseling
Slide 25 - Sleepvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
stadsschouwburg
B
stadschouwburg
Slide 26 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
dorpstraat
B
dorpsstraat
Slide 27 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
zonnestraal
B
zonnenstraal
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
reuzeleuk
B
reuzenleuk
Slide 29 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
pannelap
B
pannenlap
Slide 30 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
koekenpan
B
koekepan
Slide 31 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
microelektronica
B
micro-elektronica
Slide 32 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
beuknootje
B
beukenootje
C
beukennootje
Slide 33 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
aaptrots
B
apetrots
C
apentrots
Slide 34 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
hier bovenop
B
hierboven op
C
hierbovenop
D
hier boven op
Slide 35 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
middelbareschool diploma
B
middelbare schooldiploma
C
middelbare school diploma
D
middelbareschooldiploma
Slide 36 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
gezondheidscentrum
B
gezondheidcentrum
C
gezondheids centrum
D
gezondheid centrum
Slide 37 - Quizvraag
Afsluiting en vooruitblik
Bespreken jullie nog even het klassenboek?
Slide 38 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
V1 Taalverzorging 12, 13 en 14 deel 2
April 2023
- Les met
40 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
V2 Taalverzorging 12 bijvoeglijk naamwoord
Januari 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 2 - meervouden, bijvoeglijke naamwoorden
April 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Ma 17 juni Spelling bijvoeglijke naamwoorden
Juni 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
121922_SpellingH2_3V
December 2022
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Creatief schrijven & spelling les 5: samengestelde woorden
Februari 2023
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Creatief schrijven & spelling les 4: meervoud van zelfstandige naamwoorden
Februari 2023
- Les met
48 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Havo 4 Spelling en interpunctie
November 2020
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4