In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom V1AT
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Boek lezen in periode D
Huiswerkopdrachten nakijken
Taalverzorging 12, 13 en 14: meervoud, bijvoeglijk naamwoord en samenstellingen
Afsluiting en vooruitblik
Slide 2 - Tekstslide
Boek lezen in periode D
In periode D lees je samen met een klasgenoot hetzelfde boek.
Je mag zelf weten met wie je hetzelfde boek leest.
Let op: de boekopdracht is het maken van een filmpje, dit doe je samen, kies dus de juiste klasgenoot!
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerkopdrachten nakijken
Kijk je antwoorden na aan de hand van het nakijkblad.
Schrijf achter elke opdracht hoeveel fout je had. Doe dat op deze manier: 5 fout van de 8.
Klaar met nakijken? Lever het antwoordblad weer in en ga nog even in je leesboek lezen.
Slide 4 - Tekstslide
Hoe gingen de huiswerkopdrachten?
😒🙁😐🙂😃
Slide 5 - Poll
Taalverzorging 12, 13 en 14
Doel: Je leert samengestelde woorden, bijvoeglijke naamwoorden en het meervoud van zelfstandige naamwoorden juist spellen.
Slide 6 - Tekstslide
Keuze
Ik wil klassikaal via de LessonUp oefenen met meervoud, bijvoeglijke naamwoorden en samenstellingen. --> log in op de LessonUp en doe mee!
Ik wil zelfstandig uit mijn boek oefenen met meervoud, bijvoeglijke naamwoorden en samenstellingen. --> maak de opdrachten van par. 12, 13 en 14 die je nog niet hebt gemaakt.
Slide 7 - Tekstslide
Wat is de juiste spelling in het meervoud? machine
A
machine
B
machientjes
C
machines
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling in het meervoud? café
A
cafees
B
cafeeen
C
cafés
D
café's
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling in het meervoud? groente
A
groenten
B
groentes
C
groentenen
D
groents
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling in het meervoud? historicus
A
historicussen
B
historici
C
historicusen
D
historica
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling in het meervoud? oma
A
omas
B
omaas
C
oma's
D
omaen
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling in het meervoud? technologie
A
technologies
B
technologieën
C
technologiën
D
technologieeën
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling in het meervoud? taxi
A
taxis
B
taxi's
C
taxies
D
taxie's
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling in het meervoud? rotzooi
A
rotzoois
B
rotzooien
C
rotzooiën
D
rotzooi
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling in het meervoud? piano
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling in het meervoud? idee
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën
Slide 17 - Quizvraag
Sleep het woord naar de juiste meervoudsvorm
meervouden met een -s
meervouden op 's
pinda
repetitie
menu
paraplu
pyjama
bezem
Slide 18 - Sleepvraag
Wat is de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord?
deze .... kozijnen
A
aluminium
B
aluminiumen
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord?
de .... broek
A
katoenen
B
katoene
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord?
een ..... horloge
A
goud
B
goude
C
gouden
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord?
de ...... chihuahua’s
A
aangeklede
B
aangekleede
C
aangekleedde
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord?
het ......... tuinhek
A
verroestten
B
verroeste
C
verroesten
Slide 23 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord?
De .... oude man ligt in het ziekenhuis.
A
gevalle
B
gevielen
C
gevalde
D
gevallen
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord?
de ......... buitenmuur
A
bekladde
B
bekladden
C
bekladen
D
bekladden
Slide 25 - Quizvraag
Sleep de woorden naar elkaar toe, zodat er correcte samenstellingen ontstaan.
regen
pas
club
zak
wind
kamer
geld
jas
energie
huis
Slide 26 - Sleepvraag
Maak correcte samenstellingen door de onderstaande woorden te verslepen naar de bovenstaande kadertjes.
horloge stations gedaante leraars aardbeien
confituur
buurt
kamer
maker
verwisseling
Slide 27 - Sleepvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
stadsschouwburg
B
stadschouwburg
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
dorpstraat
B
dorpsstraat
Slide 29 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
zonnestraal
B
zonnenstraal
Slide 30 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
reuzeleuk
B
reuzenleuk
Slide 31 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
pannelap
B
pannenlap
Slide 32 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
koekenpan
B
koekepan
Slide 33 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
microelektronica
B
micro-elektronica
Slide 34 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
beuknootje
B
beukenootje
C
beukennootje
Slide 35 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
aaptrots
B
apetrots
C
apentrots
Slide 36 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
hier bovenop
B
hierboven op
C
hierbovenop
D
hier boven op
Slide 37 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
middelbareschool diploma
B
middelbare schooldiploma
C
middelbare school diploma
D
middelbareschooldiploma
Slide 38 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
gezondheidscentrum
B
gezondheidcentrum
C
gezondheids centrum
D
gezondheid centrum
Slide 39 - Quizvraag
Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: maandag 15 mei
Maandag 17 april en woensdag 19 april: invalles van meneer Hauber --> lezen in je leesboek + maken opdr. 1 t/m 11 van par. 16 (p. 66-69)
Maandag 8 mei en woensdag 10 mei: invalles van ? --> lezen in je leesboek + maken opdr. 1 t/m 13 van par. 31 (p. 126-129)