Communicatie PW

Communicatie
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Check in 


Als je morgen wakker zou worden als een dier, welk dier zou je dan het liefst willen zijn en wat is de reden dat je juist dit dier kiest?

Slide 2 - Tekstslide

Communicatie

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Manieren van communiceren

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Wat versta jij onder communicatie?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat houdt Verbale en Non verbale communicatie in?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Aan welke communicatie kan je zien hoe het met iemand gaat?
A
Verbale communicatie
B
Non verbale communicatie

Slide 16 - Quizvraag

Welke vorm van communicatie is het als mensen met elkaar praten
A
Verbale communicatie
B
Non verbale communicatie

Slide 17 - Quizvraag

Verkeersborden zijn geen vorm van communicatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Mail schrijven is een vorm van
A
Verbale communicatie
B
Non verbale communicatie

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Storingen tijdens de communicatie
Communiceren klinkt eenvoudig: je brengt een boodschap over en reageert daarop. Toch is het niet altijd zo gemakkelijk. 
Informatie kan vervormen, waardoor de boodschap anders bij je binnenkomt dan hij bedoeld is. Dit noem je ruis. 

Slide 23 - Tekstslide

Interne ruis

Slide 24 - Open vraag

Externe ruis

Slide 25 - Open vraag

Interne ruis 
Als de communicatie wordt verstoord door factoren binnen het communicatieproces. De ruis zit in de boodschap zelf. Of de ruis zit in jezelf.

Slide 26 - Tekstslide

Externe ruis 
Als de communicatie wordt verstoord door externe factoren die de ontvanger afleiden. Deze factoren bevinden zich buiten het communicatieproces. Denk bijvoorbeeld aan een lawaaierige omgeving die de ontvanger afleidt. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Gesprekstechnieken
LSD = Luisteren, Samenvatten, Doorvragen. LSD mag je dus gebruiken.
OMA = Oordelen, Meningen en Adviezen. ...
ANNA = Altijd Navragen, Nooit Aannemen. ...
NIVEA = Niet Invullen voor een Ander. ...
OEN = Open, Eerlijk en Nieuwsgierig. ...
DIK = Denken in Kwaliteiten (of Denken in Kansen)

Slide 29 - Tekstslide

Filmpje maken
Ga in een drietal een filmpje opnemen ergens in de school van minimaal 3 minuten.
Zorg dat in het filmpje twee gesprekstechnieken voorkomen.
Bedenk een verhaal in het kader van je opleiding!

Slide 30 - Tekstslide

Het Betrekkingsniveau en het Inhoudsniveau
Betrekkingsniveau = de relatie tussen twee personen hoor en zie je terug in het betrekkingsniveau. Manier waarop iets gezegd wordt, wat je erbij voelt of wat het oproept. 
Inhoudsniveau = gaat over de daadwerkelijke inhoud of het onderwerp van een gesprek. 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Woordweb

Check out 

Wat is je belangrijkste inzicht…

Slide 37 - Tekstslide