Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Spelling mavo herhaling
Spelling
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Spelling
Slide 1 - Tekstslide
Als het eerste woord een meervoud heeft op -en, krijg je ALTIJD een tussen-n
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Als het eerste woord "katten" is, krijg je ALTIJD een tussen-n
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Als het eerst woord "seconde" is, krijg je NOOIT een tussen-n
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Als het eerst woord geen zelfstandig naamwoord is, krijg je NOOIT een tussen-n
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Koninginnedag schrijf je zonder tussen-n omdat we maar 1 koningin hebben in Nederland.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Rijstepap schrijf je zonder tussen-n omdat er geen meervoud is van rijst.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Beresterk schrijf je zonder tussen-n omdat er maar 1 soort beer bestaat.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Spillebeen schrijf je zonder tussen-n omdat we de losse woorden niet meer gebruiken.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Als je het eerste woord niet kent, schrijf je NOOIT een tussen-n
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Het tweede woord is eigenlijk niet zo belangrijk om te kijken of je een tussen-n schrijft.
A
waar
B
nietwaar
Slide 11 - Quizvraag
"Seconde" heeft twee meervoudsvormen
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Schrijf de twee meervoudsvormen van "seconde" op.
Slide 13 - Open vraag
Als de klemtoon op de laatste "ie" ligt, krijg je een extra "e".
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Schrijf het meervoud op van industrie, therapie en fantasie.
Slide 15 - Open vraag
Bij "oma" krijg je in het meervoud een extra "a" voor de uitspraak.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Schrijf het meervoud op van taxi, café, euro.
Slide 17 - Open vraag
Als het woord eindigt op een S, verandert dit in het meervoud ALTIJD in een Z.
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Schrijf het meervoud op van fotograaf, wens, grens.
Slide 19 - Open vraag
Als ik zeg: dit is oma's fiets, gebruik ik de apostrof voor de uitspraak.
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Als het woord eindigt op een sisklank, hoef ik er met de bezitsvorm niets meer mee te doen.
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Maak de bezitsvorm met de volgende woorden: Jonas, Maurice, Den Bosch.
Slide 22 - Open vraag
Als er met de uitspraak niets mis gaat, en het woord niet al eindigt op een sisklank, mag ik de s er gewoon aan vastplakken.
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Schrijf de bezitsvorm van de volgende woorden: Milou, broer, Lieke.
Slide 24 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Spelling kader herhaling
Februari 2021
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Creatief schrijven & spelling les 5: samengestelde woorden
Februari 2023
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Apostrof DEEL 2
Februari 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Proefles Meervoud op -en/-s/'s, 1F
April 2018
- Les met
16 slides
door
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Creatief schrijven & spelling: laatste les voor toets
Oktober 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Spelling moeilijke woorden
Maart 2024
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Creatief schrijven & spelling: laatste les voor toets
Oktober 2022
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Spelling
Juni 2020
- Les met
51 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1